Zorg bij ouderen met hart- en vaatziekten
Veel patiënten met hart- en vaatziekten behoren tot de groep patiënten van 75 jaar en ouder. Bij deze groep treden meer en eerder bijwerkingen van medicatie op, terwijl bij ouderen tegelijkertijd vaker sprake is van polyfarmacie. Bovendien ontbreekt bij deze groep de wetenschappelijke onderbouwing van behandelingen. Bij het maken van therapeutische keuzes is het van belang in te schatten hoe vitaal of kwetsbaar een patiënt is. Kwetsbaarheid omschrijft een conditie die geassocieerd is met een verhoogde kans op achteruitgang van functioneren en een verkorte levensverwachting. Daarnaast betrekt de behandelaar de patiënt en diens naasten bij de keuze wel of niet te behandelen, waarbij de levensverwachting, de time until benefit van een middel, bijwerkingen en wensen van de patiënt zelf afgewogen worden. Wanneer een medicamenteuze therapie eenmaal is gestart, is het noodzakelijk de werking en bijwerkingen van het middel te monitoren.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u een inschatting maken van de kwetsbaarheid van een patiënt en weet u welke veranderingen in farmacokinetiek en farmacodynamiek optreden bij ouderen
- weet u waarom u therapiekeuzes bij ouderen niet zonder meer kunt baseren op de richtlijnen en risicoscores
- heeft u handvatten om voor- en nadelen van het starten van nieuwe medicatie af te wegen
- heeft u inzicht in het belang van monitoring en medicatiebewaking bij ouderen