Vasculaire dementie als gevolg van het antifosfolipidesyndroom
Het antifosfolipidesyndroom is een auto-immuun stollingsafwijking met een breed spectrum aan mogelijke klinische manifestaties, waarbij vrijwel alle organen kunnen zijn aangedaan. Naast bekende gevolgen (zoals een veneuze trombo-embolie) is het centrale zenuwstelsel frequent betrokken. Behalve ischemische CVA’s (cerebrovasculair accident) en TIA’s (transient ischemic attack) worden neurocognitieve stoornissen als manifestatie gezien. De neurocognitieve stoornissen bij het antifosfolipidesyndroom kunnen variëren van milde uitingen, zoals concentratiestoornissen, tot aan invaliderende klachten zoals gedragsveranderingen. In uiterste gevallen kan zelfs een ernstig dementiesyndroom ontstaan. Naast cerebrovasculaire trombose speelt directe schade van antifosfolipideantistoffen aan het centrale zenuwweefsel een rol in het ontstaan van de neurocognitieve uitingen van de ziekte. Aangezien het antifosfolipidesyndroom een goed behandelbare oorzaak is van neurocognitieve stoornissen, dient het meegenomen te worden in differentiaaldiagnostische overwegingen hiervan. In het bijzonder als deze neurocognitieve stoornissen zich op jonge leeftijd voordoen.