Coronaire vaatdisfunctie: coronaire microvasculaire disfunctie en coronairspasmen
Veel patiënten met angina pectoris blijken geen obstructief coronairlijden te hebben. Hoewel vroeger vaak gedacht werd dat deze mensen het niet aan hun hart hadden, weten we tegenwoordig dat coronaire vaatdisfunctie een belangrijke oorzaak is van de klachten bij deze zogenoemde ANOCA (Angina and No Obstructive Coronary Arteries)-patiënten. Er zijn verschillende endotypen van coronaire vaatdisfunctie te onderscheiden zoals coronaire microvasculaire disfunctie (CMD) en coronairspasmen. Vroege atherosclerose, chronische inflammatie en endotheeldisfunctie vormen de belangrijkste pathofysiologische mechanismen. Het stellen van de diagnose is essentieel voor het identificeren van patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico, en voor de keuze van de behandeling. Diagnostiek vindt bij voorkeur plaats door middel van een invasieve coronaire functietest, waarmee zowel het endotype CMD als coronairspasme gediagnosticeerd kan worden. Het afstemmen van de antiangineuze medicatie op het afwijkende endotype leidt tot een verbetering van klachten en kwaliteit van leven. Daarnaast zijn gezien de pathofysiologie cardiovasculair risicomanagement en leefstijladviezen essentieel in de behandeling.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u wat er bedoeld wordt met de ANOCA (INOCA), coronaire vaatdisfunctie, coronaire microvasculaire disfunctie en coronairspasme
- kent u de fysiologie van de coronaircirculatie en de pathofysiologie van coronaire vaatdisfunctie
- kent u het belang van het opsporen van deze ziektebeelden
- weet u welke symptomen kunnen optreden bij coronaire vaatdisfunctie en welke diagnostische mogelijkheden er zijn
- weet u wat de rol is van leefstijladviezen, cardiovasculair risicomanagement en antiangineuze therapie in de behandeling en welke rol het vaststellen van het exacte onderliggende type van coronaire vaatdisfunctie heeft