Nervus

Praktijkgerichte nascholing over neurologie

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN en de NVvN. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nervus?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nervus

Gesorteerd op nieuw - oud
Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen Lees meer over Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen
De differentiële diagnose van slikstoornissen is zeer uitgebreid en moet in samenwerking tussen neuroloog en KNO-arts worden uitgewerkt. Het is zinvol om onderscheid te maken tussen vier slikfasen om tot een diagnose en een behandelbeleid te komen. Voor de neuroloog zijn de mogelijkheden myogeen, neuromusculaire overgangsstoornis, perifeer neurogeen en centrale sturingsstoornis. In dit artikel worden fysiologie van het slikken, centrale sturing, oorzaken en behandeling besproken. Enkele veelvoorkomende neurologische ziektebeelden worden uitgelicht. Belangrijk is om slikstoornissen, al worden ze niet door iedereen spontaan gemeld, vroegtijdig te onderkennen.
Medicatieovergebruikshoofdpijn Lees meer over Medicatieovergebruikshoofdpijn Medicatieovergebruikshoofdpijn
Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een veelvoorkomende aandoening, die zeer beperkend is voor de kwaliteit van leven. Het is gedefinieerd als hoofdpijn op ≥ 15 dagen per maand, met regelmatig overgebruik van acute hoofdpijnmedicatie, gedurende ≥ 3 maanden. Regelmatig overgebruik is inname van simpele analgetica op ≥ 15 dagen per maand, triptanen op ≥ 10 dagen per maand, combinaties van triptanen en simpele analgetica op ≥ 10 dagen per maand. Een van de mogelijke onderliggende mechanismen van MOH is een veranderde pijnperceptie door centrale sensitisatie.
Trigeminale autonome cefalalgieën Lees meer over Trigeminale autonome cefalalgieën Trigeminale autonome cefalalgieën
Trigeminale autonome cefalalgieën worden gekenmerkt door ernstige, kortdurende aanvallen van unilaterale hoofdpijn die gepaard gaat met ipsilaterale craniale autonome verschijnselen. Binnen deze groep worden verschillende hoofdpijnsyndromen onderscheiden. Clusterhoofdpijn is hiervan de meest voorkomende aandoening. In de differentiële diagnose staan verder paroxismale hemicranie, hemicrania continua en de short-lasting unilateral headache attacks. Het herkennen én het onderscheiden van de verschillende syndromen binnen de trigeminale autonome cefalalgieën kan erg lastig zijn, maar het stellen van de juiste diagnose is belangrijk, aangezien de behandeling van de verschillende hoofdpijnsyndromen substantieel verschilt. Het onderscheid tussen de verschillende hoofdpijnsyndromen is voornamelijk gebaseerd op verschillen in aanvalsduur en -frequentie. De reactie op behandeling kan ondersteunend zijn bij het stellen van de diagnose. Het afnemen van een adequate anamnese is essentieel, want het is niet mogelijk de diagnose te bevestigen door middel van beeldvormend of laboratoriumonderzoek. In dit artikel worden de verschillende trigeminale autonome cefalalgieën en de behandelmogelijkheden besproken.
Korte berichten Lees meer over Korte berichten Korte berichten
Ocrelizumab versus interferon bèta-1a bij relapsing multipele sclerose Tijdelijke ‘smartphone’-blindheid
Het spontane liquorhypotensiesyndroom Lees meer over Het spontane liquorhypotensiesyndroom Het spontane liquorhypotensiesyndroom
Het liquorhypotensiesyndroom wordt gekenmerkt door houdingsafhankelijke hoofdpijn, die toeneemt bij overeind zitten of staan. De liquorhypotensie wordt veroorzaakt door liquorlekkage, vaak na een lumbaalpunctie, maar kan ook spontaan voorkomen. Waarschijnlijk is er sprake van onderdiagnostiek van dit syndroom. Herkenning en adequate diagnostiek van dit syndroom zijn belangrijk gezien de therapeutische mogelijkheden. MRI-scan van de hersenen is de eerste stap in de diagnostiek, waarbij met name aankleuring van de hersenvliezen en subdurale vochtcollecties gezien worden. De lokalisatie van het liquorlek kan het beste opgespoord worden met een MR-myelografie, alternatieven zijn een radio-isotoopcisternografie of een dynamische CT-myelografie. Het exact opsporen van de lokalisatie van de lekkage is echter alleen nodig als een conservatief beleid of een lumbale ‘bloedpatch’, de behandeling van eerste keuze, onvoldoende verbetering van de klachten geeft. In die gevallen moet gerichter behandeld worden, ofwel met ‘bloedpatches’ op het niveau van de lekkage of in sporadische gevallen door het chirurgisch sluiten ervan.
CGRP als aangrijppunt voor de behandeling van migraine Lees meer over CGRP als aangrijppunt voor de behandeling van migraine CGRP als aangrijppunt voor de behandeling van migraine
Er is veel vraag naar een betere preventieve behandeling van migraine. Calcitonin-gene related peptide (CGRP) is een neuropeptide dat een rol speelt bij transmissie van nociceptieve signalen en tevens is het een sterke vasodilatator. CGRP heeft een belangrijke rol in de pathofysiologie van migraine en wordt als aangrijppunt voor medicatie gebruikt. Er zijn de afgelopen jaren zowel receptorantagonisten als monoklonale antilichamen tegen CGRP of de CGRP-receptor ontwikkeld. Momenteel worden er fase 3-studies uitgevoerd met vier verschillende anti-CGRP-(receptor)antilichamen voor preventieve behandeling van episodische en chronische migraine en clusterhoofdpijn. De lange werkingsduur van monoklonale antilichamen is gunstig voor het beoogde gebruik als profylacticum, maar zou mogelijk nadelig kunnen zijn bij het optreden van een ongewenste reactie.