Nervus

Praktijkgerichte nascholing over neurologie

Een hoogwaardig Nederlandstalig nascholingstijdschrift in combinatie met een toegankelijk digitaal kennisplatform geaccrediteerd door de NVN en de NVvN. VSR is in aanvraag.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nervus?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Nervus

Gesorteerd op nieuw - oud
Radiologische kenmerken van het reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom (RCVS) Lees meer over Radiologische kenmerken van het reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom (RCVS) Radiologische kenmerken van het reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom (RCVS)
Het reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom (RCVS) is een oorzaak van hyperacute ernstige hoofdpijn (donderslaghoofdpijn of thunderclap headache). Radiologisch wordt deze ziekte gedefinieerd door segmentele vernauwingen van de cerebrale arteriën, die binnen twaalf weken spontaan verdwijnen.2 Het stellen van de diagnose RCVS kan bemoeilijkt worden door klinische en radiologische overeenkomsten met andere aandoeningen, zoals de aneurysmatische subarachnoïdale bloeding en vasculitis.
Flitsende hoofdpijn Lees meer over Flitsende hoofdpijn Flitsende hoofdpijn
Chronische hoofdpijn is op een neurologische polikliniek aan de orde van de dag en als er geen specifieke kenmerken zijn, gaat het om een weerbarstig probleem. Nogal eens treedt de hoofdpijn in combinatie met een veelheid van klachten op en lijkt het onbegonnen werk om hulp te bieden. In de volgende casus bleek er achteraf toch meer te halen dan aanvankelijk gedacht werd.
Cerebrotendineuze xanthomatose Lees meer over Cerebrotendineuze xanthomatose Cerebrotendineuze xanthomatose
Cerebrotendineuze xanthomatose (CTX) is een neurometabole ziekte die, mits tijdig gediagnosticeerd, behandelbaar is. De ziekte kent vele verschillende uitingsvormen, waarbij geleidelijk progressieve neurologische en psychiatrische symptomatologie een van de belangrijkste manifestaties is op volwassen leeftijd. Na de eerste beschrijving van deze ziekte in 1937 zijn er inmiddels ongeveer tachtig Nederlandse patiënten bekend. De prevalentie van de ziekte is echter hoger dan op dit moment wordt aangenomen. In dit artikel presenteren we een 52-jarige patiënte met een dementie, en we bespreken de verschillende klinische fenotypen van dit ziektebeeld.
Wittestofafwijkingen bij volwassenen Lees meer over Wittestofafwijkingen bij volwassenen Wittestofafwijkingen bij volwassenen
Veel aandoeningen kunnen wittestofafwijkingen veroorzaken op T2-gewogen MRI-beelden. In dit overzicht worden pragmatisch een aantal vaak voorkomende aandoeningen en hun typische patroon van afwijkingen beschreven (tabel 1). Doel is het trainen van patroonherkenning: patroonherkenning is essentieel om uit de soms uitgebreide afwijkingen een korte differentiële diagnose te genereren. Bij veel patiënten worden ‘incidentele’ focale wittestofafwijkingen (WSA) gevonden, al dan niet met symptomen. Een van de meest voorkomende vragen in de dagelijkse radiologiepraktijk is dan ook: moeten we denken aan multipele sclerose? De meest voorkomende WSA zijn echter ‘banale’, leeftijdgebonden periventriculaire caps and bands, verwijde Virchow-Robinruimten of het gevolg van focale microvasculaire (hypoxische-ischemische) schade. Na leeftijdgerelateerde WSA en degeneratieve angiopathie (o.a. atherosclerose, hypertensie en amyloïdangiopathie), zijn de meest voorkomende oorzaken voor WSA auto-immuun (MS en ADEM), viraal (PML en HIV) en toxisch (alcohol, radiotherapie of koolstof-monoxide gerelateerd). Wij richten ons hoofdzakelijk op de diagnostiek van wittestofafwijkingen bij volwassenen en bespreken hier niet de groep demyeliniserende aandoeningen die vaak hereditair/metabool zijn. Bij voorkeur tonen wij alleen de T2-gewogen opnamen.
Verworven inflammatoire demyeliniserende aandoeningen van het centrale zenuwstelsel Lees meer over Verworven inflammatoire demyeliniserende aandoeningen van het centrale zenuwstelsel Verworven inflammatoire demyeliniserende aandoeningen van het centrale zenuwstelsel
De meeste gevallen van inflammatoire demyelinisatie in het centrale zenuwstelsel bij volwassenen betreffen multipele sclerose (MS). Minder frequent is het optreden van atypische demyelinisatie, bijvoorbeeld vanwege een ongebruikelijk beeld op de MRI-scan, of vanwege een snel progressieve klinische achteruitgang. In het laatste geval kunnen verschijnselen zoals epilepsie, bewustzijnsstoornissen of snel optredende cognitieve of extrapiramidale verschijnselen een verdere vingerwijzing naar een diagnose zijn. De belangrijkste aandoeningen die in dit artikel worden beschreven zijn: acute gedissemineerde encefalomyelitis (ADEM), neuromyelitis optica (NMO), CLIPPERS, tumorachtige (tumefactive) MS en Baló’s concentrische sclerose. Het onderscheid tussen deze ziekten wordt in belangrijke mate bepaald door het klinische verloop en het MRI-beeld. Bij neuromyelitis optica kan serologie (anti-aquaporine-4-antilichamen) verder uitkomst bieden. Genoemde aandoeningen worden anders behandeld dan MS. Bij kinderen verloopt MS in het algemeen met veel meer aanvallen dan bij volwassenen. De diagnose MS bij kinderen is moeilijker te stellen vanwege een uitgebreidere differentiële diagnose en ook vanwege een aspecifiek begin. De IPMSSG-criteria (International Pediatric Multiple Sclerosis Study Group) hebben in grote mate bijgedragen aan het stellen van de diagnose MS bij kinderen en in veel gevallen waarborgen deze criteria een goede afbakening van het bij kinderen relatief frequenter waargenomen ADEM. De behandeling en begeleiding van kinderen met MS vergen een gespecialiseerde en multidisciplinaire aanpak.
De 2013-indeling van MS-beloopsvormen Lees meer over De 2013-indeling van MS-beloopsvormen De 2013-indeling van MS-beloopsvormen
Een medische diagnose is niet altijd een vaststaand gegeven. Soms is hij dat wel, bijvoorbeeld de diagnose collumfractuur, maar soms is een diagnose niet meer dan een concept dat enige houvast biedt ten aanzien van veronderstelde pathofysiologie, prognose en therapeutische mogelijkheden. Multipele sclerose (MS) is een dergelijk conceptuele diagnose. In de loop van de jaren zijn de criteria veranderd (niet omdat de ziekte anders geworden is, maar omdat we er anders naar zijn gaan kijken) en zijn ziektebeelden die eerst onder MS vielen, afgevallen (zoals neuromyelitis optica). Het is goed mogelijk dat op lange termijn steeds meer aparte ziektebeelden benoemd kunnen worden die nu allemaal onder de diagnose MS geschaard worden.