Invloed van psychofarmaca op de hemostase

De hemostase wordt gereguleerd door een ingewikkeld systeem met stimulerende en remmende factoren van de bloedstolling en bestaat uit een primaire en secundaire hemostase. Zowel de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis als het gebruik van psychofarmaca kan gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose of bloedingen. Psychiatrische stoornissen zoals depressieve stoornissen en schizofrenie vergroten, mede vanwege leefstijlfactoren, in veel gevallen het risico op trombose. Dit geldt ook voor de antipsychotica. Vergroten van het risico op bloedingen is echter ook mogelijk bij het gebruik van serotonineheropnameremmers (SRI’s) bij angstklachten en depressie. Preventie van trombose kan vooral bestaan uit het aanpakken van relevante (metabole) risicofactoren. Preventie van (maag)bloedingen in geval van SRI-gebruik kan eventueel bestaan uit het toevoegen van een maagzuurremmer, vooral als er sprake is van andere risicomedicatie (m.n. NSAID’s).
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u hoe de primaire en secundaire hemostase tot stand komt
- weet u dat er pathofysiologisch overlap kan zijn tussen hemostase en psychiatrische problematiek
- weet u dat SSRI’s een verhoogd risico op bloedingen geven
- weet u dat antipsychotica een verhoogd risico op trombose geven
- weet u dat psychiatrische aandoeningen ook relevant zijn voor de hemostase