Aanpassing van medicatie in de laatste fase van het leven

| 01 juni 2023 | 1 punt

Gedurende het leven krijgen mensen over het algemeen steeds meer medicijnen voorgeschreven. Op het moment dat een medicijn gestart wordt, kan het betreffende medicijn heel nuttig zijn. Naarmate het overlijden nadert, verandert het behandeldoel en nemen de fysieke functies van de patiënt af. Dit betekent dat een heel aantal medicijnen in deze fase van het leven gestopt kan worden. En wellicht gestopt moet worden, omdat voorkomen moet worden dat patiënten juist klachten ontwikkelen door het continueren van de betreffende medicijnen. In de laatste fase van het leven, als patiënten een levensverwachting hebben van maximaal enkele weken tot maanden, zijn er verschillende redenen om de medicatielijst van de patiënt te heroverwegen. Ten eerste zijn er medicijnen die in een eerder stadium van het leven zijn gestart, maar mogelijk in het laatste deel van het leven niet meer zijn geïndiceerd. Ten tweede neemt de symptoomlast bij patiënten met een beperkte levensverwachting over het algemeen toe, waardoor overwogen dient te worden om te starten met symptoombestrijders. Ten derde verandert er fysiologisch veel, zoals een verminderd metabolisme of eliminatie, waardoor de kans op bijwerkingen groter wordt. Daarnaast kan het een last vormen voor de patiënt en overbodige zorgkosten veroorzaken. Bij het bespreken van het aanpassen van het medicijngebruik moet de nadruk liggen op de voordelen van het stoppen van medicijnen en niet op de nadelen van het continueren ervan.