Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Migrainepatiënten zijn gevoeliger voor bijwerkingen dan epilepsiepatiënten Lees meer over Migrainepatiënten zijn gevoeliger voor bijwerkingen dan epilepsiepatiënten Migrainepatiënten zijn gevoeliger voor bijwerkingen dan epilepsiepatiënten
Bespreking van: Antiepileptic drugs in migraine and epilepsy: Who is at increased risk of adverse events? Romoli M, Costa C, Siliquini S, Corbelli I, Eusebi P, Bedetti C, Caproni S, Cupini LM, Calabresi P, Sarchielli P. Cephalalgia 2016 Dec 12; pii: 0333102416683925. [Epub ahead of print]
Arteriitis temporalis Lees meer over Arteriitis temporalis Arteriitis temporalis
Arteriitis temporalis is de meest frequente vorm van vasculitis bij personen ouder dan 50 jaar. In zijn typische presentatievorm staat de hoofdpijn op de voorgrond en indien er ook kaakclaudicatio voorkomt, wordt de diagnose meestal snel vermoed; een gevreesde complicatie is visusverlies. Ongeveer de helft van de patiënten heeft ook een klinisch beeld van polymyalgia rheumatica. Op langere termijn kan aortadilatatie en zelfs -ruptuur voorkomen. De diagnose werd klassiek gesteld door een arteria temporalisbiopsie, nu neemt men steeds vaker zijn toevlucht tot PET-scan of duplexonderzoek. De therapie bestaat uit een corticosteroïdbehandeling gedurende minstens één jaar; in de toekomst kunnen daar bij refractaire klachten middelen als interleukine-6-antagonisten aan worden toegevoegd.
Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen Lees meer over Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen Slikstoornissen bij neurologische aandoeningen
De differentiële diagnose van slikstoornissen is zeer uitgebreid en moet in samenwerking tussen neuroloog en KNO-arts worden uitgewerkt. Het is zinvol om onderscheid te maken tussen vier slikfasen om tot een diagnose en een behandelbeleid te komen. Voor de neuroloog zijn de mogelijkheden myogeen, neuromusculaire overgangsstoornis, perifeer neurogeen en centrale sturingsstoornis. In dit artikel worden fysiologie van het slikken, centrale sturing, oorzaken en behandeling besproken. Enkele veelvoorkomende neurologische ziektebeelden worden uitgelicht. Belangrijk is om slikstoornissen, al worden ze niet door iedereen spontaan gemeld, vroegtijdig te onderkennen.
Medicatieovergebruikshoofdpijn Lees meer over Medicatieovergebruikshoofdpijn Medicatieovergebruikshoofdpijn
Medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) is een veelvoorkomende aandoening, die zeer beperkend is voor de kwaliteit van leven. Het is gedefinieerd als hoofdpijn op ≥ 15 dagen per maand, met regelmatig overgebruik van acute hoofdpijnmedicatie, gedurende ≥ 3 maanden. Regelmatig overgebruik is inname van simpele analgetica op ≥ 15 dagen per maand, triptanen op ≥ 10 dagen per maand, combinaties van triptanen en simpele analgetica op ≥ 10 dagen per maand. Een van de mogelijke onderliggende mechanismen van MOH is een veranderde pijnperceptie door centrale sensitisatie.
Trigeminale autonome cefalalgieën Lees meer over Trigeminale autonome cefalalgieën Trigeminale autonome cefalalgieën
Trigeminale autonome cefalalgieën worden gekenmerkt door ernstige, kortdurende aanvallen van unilaterale hoofdpijn die gepaard gaat met ipsilaterale craniale autonome verschijnselen. Binnen deze groep worden verschillende hoofdpijnsyndromen onderscheiden. Clusterhoofdpijn is hiervan de meest voorkomende aandoening. In de differentiële diagnose staan verder paroxismale hemicranie, hemicrania continua en de short-lasting unilateral headache attacks. Het herkennen én het onderscheiden van de verschillende syndromen binnen de trigeminale autonome cefalalgieën kan erg lastig zijn, maar het stellen van de juiste diagnose is belangrijk, aangezien de behandeling van de verschillende hoofdpijnsyndromen substantieel verschilt. Het onderscheid tussen de verschillende hoofdpijnsyndromen is voornamelijk gebaseerd op verschillen in aanvalsduur en -frequentie. De reactie op behandeling kan ondersteunend zijn bij het stellen van de diagnose. Het afnemen van een adequate anamnese is essentieel, want het is niet mogelijk de diagnose te bevestigen door middel van beeldvormend of laboratoriumonderzoek. In dit artikel worden de verschillende trigeminale autonome cefalalgieën en de behandelmogelijkheden besproken.
Korte berichten Lees meer over Korte berichten Korte berichten
Ocrelizumab versus interferon bèta-1a bij relapsing multipele sclerose Tijdelijke ‘smartphone’-blindheid