Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Obsessief bezig zijn met je uiterlijk kan een psychiatrische ziekte zijn genaamd body dysmorphic disorder (BDD), oftewel ‘stoornis in de lichaamsbeleving’. Patiënten met BDD zijn overmatig bezorgd over bijvoorbeeld een te grote neus, een lelijke huid of een te geringe spiermassa, terwijl anderen geen afwijking of slechts een beperkte afwijking zien. BDD is een ernstige psychiatrische aandoening, maar komt voornamelijk voor op de afdelingen plastische chirurgie, dermatologie en kaakchirurgie en wordt als zodanig vaak niet herkend. Als gevolg van de klachten hebben patiënten met BDD een lage kwaliteit van leven en ervaren zij uitgebreide functionele en beroepsmatige beperkingen. Ruim een derde van patiënten met BDD is werkeloos, wat lijkt samen te hangen met ernstiger symptomen. Omdat voor BDD goede farmacologische en psychotherapeutische behandelingen beschikbaar zijn, is het belangrijk dat de aandoening vroegtijdig wordt herkend en patiënten adequaat worden verwezen.
Een 49-jarige vrouw werd door haar bedrijfsarts verwezen wegens klachten van branderige ogen, wazig zien, soms fotofobie en problemen met lezen. Een multifocale bril hielp onvoldoende; zij kon er niet comfortabel mee zien. Een probleem op de werkplek werd door de bedrijfsarts nagenoeg uitgesloten; collega’s van haar hadden soortgelijke klachten niet. Onderzoek van de oogarts wees uit dat er sprake was van blefaritis/meibomklierdisfunctie. Een directe oorzaak kon niet gevonden worden. Bij aanhouden of niet geheel verdwijnen van de klachten is het raadzaam betrokkene te laten onderzoeken op eventuele allergische componenten. Er werden behandelingsmogelijkheden aangegeven. Aan de bedrijfsarts en aan betrokkene werd vervolgens geadviseerd de adviezen van de oogarts op te volgen en te wachten met het aanmeten van een werkbril tot de klachten van droge ogen waren verdwenen. In het advies werd, gezien de aard van de werkzaamheden, een voorkeur uitgesproken voor een bifocale bril (of look-under bril) boven een multifocale bril.
Aangezichtspijn kan worden veroorzaakt door een groot scala aan ziektebeelden. De pijn die optreedt is soms hevig. Omdat sommige aandoeningen zeer zeldzaam zijn, is de bekendheid met deze ziektes klein en duurt het soms lang voordat de correcte diagnose wordt gesteld en de correcte behandeling start. Vanwege deze problemen is op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten een landelijke richtlijn aangezichtspijn ontwikkeld om hulpverleners en patiënten meer houvast te geven in het ziekteproces. Alle relevante beroepsverenigingen en patiëntenvertegenwoordigers hebben deelgenomen aan de ontwikkeling van deze richtlijn. In dit artikel kunnen niet alle diagnoses die worden behandeld in de richtlijn aan bod komen. Daarom worden drie pijnsyndromen behandeld die relatief vaak voorkomen en ernstig zijn. De symptomen, epidemiologie, diagnostiek, differentiaaldiagnose en behandeling hiervan worden beschreven. Hierbij komen zowel theoretische als praktische aspecten aan bod. Verder wordt ingegaan op de invloed van werk op aangezichtspijn en vice versa.
Migraine is een paroxismale (aanvalsgewijs voorkomende) aandoening, waarbij het trigeminovasculaire systeem betrokken is. Terwijl de migraineaanval in de hersenstam lijkt te beginnen, is het waarschijnlijk dat de vasculatuur in de dura mater betrokken is bij het ontstaan van de hoofdpijn. De oorzaak van migraine is nog niet bekend, wel weet men dat een combinatie van bepaalde genen en omgevingsfactoren de kans op het krijgen van een migraineaanval kunnen verhogen. Migraine kan behandeld worden met (aspecifieke) pijnstillers of met specifieke geneesmiddelen ter behandeling van migraine. De triptanen vormen de meest gebruikte groep specifieke acuut werkende antimigraine middelen. Een nadeel van de triptanen is dat deze niet bij iedereen effectief zijn en dat deze niet bij patiënten met hart- en vaatziekten gebruikt kunnen worden.
Het UWV legt steeds vaker aan werkgevers een loonsanctie op bij de beoordeling van de WIA-aanvraag. Een deel van de loonsancties is terug te voeren op advisering door de bedrijfsarts of arbodienst. Een loonsanctie kan voorkomen worden door optimale re-integratie inspanningen te verrichten en de bedrijfsarts is hierbij een belangrijke adviseur voor werknemer en werkgever. De Beleidsregels Beoordelingskader Poortwachter bieden een goede handleiding voor adequate re-integratie-inspanningen. In de loop der jaren is de nodige jurisprudentie ontwikkeld omtrent de redenen voor het opleggen van een loonsanctie. In deze bijdrage wordt eerst ingegaan op de re-integratie verplichtingen van werkgever en werknemer en de rol van de advisering van de bedrijfsarts. Vervolgens wordt besproken wat de gevolgen zijn van een opgelegde loonsanctie.
Het rode oog is een aandoening die vooral in de huisartsenpraktijk wordt gezien. Kinderen tot en met 11 jaar zijn