Farmacogenetica: klinische relevantie van genetische variabiliteit in de perioperatieve fase
Binnen de hedendaagse geneeskunde is een duidelijke verschuiving naar gepersonaliseerde zorg zichtbaar. In de anesthesiologie heeft dit geleid tot een toegenomen begrip van de heterogene respons op medicatie, die deels beïnvloed wordt door genetische variaties. Theoretisch gezien kan genetische diagnostiek bijdragen aan patiëntveiligheid en behandelingseffectiviteit door het perioperatieve beleid af te stemmen op de unieke genetische samenstelling van patiënten, maar hoewel de beschikbaarheid van informatie over uiteenlopende mutaties toeneemt, blijft de klinische betekenis van veel genetische variaties nog grotendeels onbegrepen. Bovendien maken diverse modificerende factoren het voorspellen van specifieke klinische uitkomsten op basis van genetische variaties uitermate complex. Deze uitdaging, in combinatie met de inherente complexiteit van het interpreteren van genetische informatie, benadrukt de noodzaak voor additioneel onderzoek en een zorgvuldige integratie van genetische informatie in de dagelijkse anesthesiologische praktijk.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heeft u inzicht in de manieren waarop genetische variaties de effectiviteit en toxiciteit van geneesmiddelen kunnen beïnvloeden
- ziet u in dat gepersonaliseerde zorg op basis van genetische informatie zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van patiëntveiligheid en -uitkomsten
- weet u globaal welke farmacogenetische testen beschikbaar zijn
- kunt u patiënten informeren over de mogelijke invloed van genetische variaties op anesthesie
- bent u op de hoogte van de voornaamste beperkingen van genetische diagnostiek