Autotransfusie
Perioperatieve autotransfusie betekent reïnfusie van intra- en postoperatief opgevangen bloed. Intraoperatievef reïnfusie van ongewassen bloed is risicovol als gevolg van opzuigen en bloedluchtcontact. Door beperking van het bloed-luchtcontact, laag vacuüm, centrifugatie, verwijdering van het supernatant plasma en wassen met fysiologisch zout worden de schadelijke stoffen verwijderd en neemt het aantal bijwerkingen af. Het gewassen erytrocytenconcentraat is veilig voor onbeperkt perioperatief gebruik. Optische sensoren, die vrij Hb meten in afvloeiende wasvloeistof, hebben de veiligheid nog meer vergroot. De techniek is ook geschikt voor kinderen en voor gebruik in de obstetrie. Reïnfusie van maximaal 1500 ml ongewassen drainbloed is binnen bepaalde kaders veilig, maar voor kinderen is deze techniek niet geschikt. Voor hartchirurgie is het niet meer de state of the art om een ongewassen techniek te gebruiken. Bacteriële contaminatie, oncologische chirurgie, spoelen van de wond met toxische stoffen en gebruik van lokale hemostatica zijn contra-indicaties, die onder speciale condities niet absoluut zijn. Bijwerkingen moeten gemeld worden aan TRIP.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u welke autotransfusietechnieken er zijn, hoe veilig de technieken zijn en welke kwaliteitseisen er gesteld worden
- weet u welke de indicatiegebieden en bijwerkingen zijn en welke contra-indicaties er gelden
- leert u ook dat u aangespoord wordt bijwerkingen aan TRIP te melden