Perioperatieve keuze voor intraveneuze oplossingen
Intraveneuze kristalloïde en colloïde oplossingen zijn onderdeel van de reguliere behandeling van patiënten die een anesthesie en operatie ondergaan, maar deze oplossingen dienen gezien te worden als geneesmiddelen met specifieke dosisaanbevelingen, contra-indicaties en bijwerkingen. Er is op dit moment veel aandacht voor de mogelijke bijwerkingen van intraveneuze oplossingen, zoals het ontstaan van hyperchloremie bij het gebruik van fysiologisch zout (NaCl 0,9%) of nierfunctiestoornissen bij gebruik van zetmeel-bevattende colloïden. Deze review biedt een overzicht van de huidige kennis over de werkzaamheid en veiligheid van verschillende intraveneuze vloeistoftypen voor perioperatief gebruik. Besproken worden veelvoorkomende bijwerkingen die van invloed kunnen zijn bij de keuze voor een specifieke vloeistof in het licht van specifieke patiëntenpopulaties of procedures. Wanneer de literatuur die beschikbaar is over de werkzaamheid en veiligheid van kristalloïden en colloïden binnen de perioperatieve setting nauwkeurig wordt geanalyseerd blijken er maar weinig grote, gerandomiseerde studies beschikbaar te zijn waarop een voorkeur voor een vloeistof kan worden gebaseerd.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- bent u op de hoogte van de belangrijkste eigenschappen van de meest gebruikte commerciële intraveneuze kristalloïden en colloïden
- kent u de (contra-)indicaties en bijwerkingen die verbonden zijn aan het gebruik van de verschillende intraveneuze oplossingen
- bent u in staat de voor- en nadelen van verschillende vloeistoffen bij specifieke procedures te benoemen