Anesthesie bij plaatsing van een totale knieprothese
![](https://cdh.prelumacademy.nl/storage/36/97/36971229-30c9-4e59-859b-be3650cdf24b/conversions/01JFSHT0X1YM72Q43BJS2TEG18-large.jpg)
De implantatie van een totale knieprothese is een veel voorkomende operatie in Nederland. Daarbij zijn verschillende soorten anesthesie en analgesie mogelijk. Als anesthesietechniek verdient spinale anesthesie met name bij patiënten met een hoog cardiaal risicoprofiel enige voorkeur boven algehele anesthesie. Voor de postoperatieve pijnstilling zijn lokale infiltratieanalgesie (LIA) en nervus-femoralisblokkade (NFB) de twee technieken die m.b.t. potentiële bijwerkingen een voordeel hebben boven epidurale analgesie. Voor fast-track zorgpaden lijkt de LIAtechniek de plaats in te nemen van de perifere zenuwblokkade, vanwege de mogelijkheid tot zeer vroege postoperatieve mobilisatie. Andere voordelen van LIA zijn de eenvoud van de techniek en de lage kosten. Hiernaast bestaan er verschillende additieve medicamenten zoals ketamine, dexamethason, gabapentine en NSAID’s/COX-2-remmers die in een multimodale pijnbehandeling als aanvulling gebruikt kunnen worden.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de verschillende vormen van anesthesie en analgesie die mogelijk zijn bij plaatsing van een knieprothese
- bent u bekend met de voor- en nadelen en de mogelijke complicaties van deze verschillende technieken