Atriumfibrilleren in de anesthesiologische praktijk

| 01 maart 2015

Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende ritmestoornis; de prevalentie is sterk gekoppeld aan leeftijd en hartaandoeningen. AF is geassocieerd met verhoogde mortaliteit en morbiditeit, zoals trombo-embolische complicaties (beroerte) en hartfalen. De behandeling van AF richt zich op het hartritme en op preventie van trombo-embolische complicaties met antistollingsmiddelen. De afweging tussen het risico op beroerte en dat op bloedingen is hierbij bepalend. Bij stoppen en hervatten van antistollingsmiddelen rondom ingrepen is deze afweging ook doorslaggevend. AF is een bekende risicofactor in het perioperatieve beloop. Pre-existent AF en de bijbehorende antistollingsmiddelen verhogen de kans op bloedingen, trombo-embolische complicaties en hartfalen, maar zelfs ook mortaliteit. Bètablokkers of amiodaron hebben hier een preventief effect. Ook is er een verhoogde kans op AF, met dezelfde risico’s, tijdens of na de fase van anesthesie.

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze collectie:

  • bent u op de hoogte van de pathofysiologie en behandeling van deze ritmestoornis

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 maart 2015
Duur
1 uur

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met A&I?

In deze collectie

E-learning met toets

Atriumfibrilleren in de anesthesiologische praktijk

Auteurs
dr. Dekker, L.R.
dr. Meijer, A.
Voort, P. van der
dr. Simmers, T.A.
Niet gestart
1 uur
Artikel

Atriumfibrilleren in de anesthesiologische praktijk

Auteurs
dr. Dekker, L.R.
dr. Meijer, A.
Voort, P. van der
dr. Simmers, T.A.
Niet gestart