Topicale analgetica voor de behandeling van neuropathische pijn
Neuropathische pijn is een veelvoorkomend ziektebeeld met een grote impact op de kwaliteit van leven. Behandeling met orale medicatie volgens de huidige richtlijnen is slechts beperkt effectief en gaat gepaard met veel systemische bijwerkingen. Bij gelokaliseerde neuropathische pijn lijkt er sprake te zijn van pathologische interacties tussen beschadigde perifere zenuwuiteinden, keratinocyten en immunocompetente cellen. Moleculaire structuren op deze weefsels in de huid bieden aangrijpingspunten voor topicale analgetica met minder of geen bijwerkingen. De effectiviteit van topicale toediening van lidocaïne, capsaïcine en botulinumtoxine A is in meerdere klinische gerandomiseerde studies aangetoond, al is het bewijsniveau laag. Bewijs voor de effectiviteit van andere topicale middelen zoals diclofenac, doxepine, clonidine en baclofen is minder overtuigend. In dit artikel bespreken wij de pathofysiologie van neuropathische pijn en de werkingsmechanismen van lokale analgetica.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de pathofysiologie achter neuropathische pijn
- kent u de eerste- en tweedelijnsbehandelopties bij neuropathische pijn
- kent u de werkingsmechanismen achter veelgebruikte topicale analgetica
- kent u de wetenschappelijke basis achter deze topicale analgetica