Preoperatieve evaluatie voor niet-cardiale chirurgie bij volwassenen met een aangeboren hartafwijking
Aangeboren hartafwijkingen kennen een grote diversiteit. Door de sterke verbetering van diagnostiek en behandeling bereiken veel van deze patiënten, met aangeboren hartafwijkingen, de volwassen leeftijd. Dit geldt ook voor patiënten met een univentriculair hart. Slechts een klein deel van deze volwassen patiënten is geheel curatief behandeld. De meesten van hen hebben restafwijkingen zoals rest-shunts, klepdisfunctie of een verminderde kamerfunctie. Ritme- en geleidingsstoornissen nemen toe met de leeftijd, en endocarditis komt regelmatig voor. De meeste patiënten zijn onder controle bij een congenitaal cardioloog, maar door de overstap van kinder- naar volwassen leeftijd raakt een aantal uit follow-up verloren, en een aantal acht zelf regelmatige follow up niet nodig. Moet zo’n patiënt een niet-cardiale ingreep ondergaan, dan is het noodzakelijk om een actueel inzicht te hebben in de cardiale voorgeschiedenis en de huidige cardiale situatie. Afhankelijk van de complexiteit van de primaire hartafwijking, de restafwijkingen en het type ingreep dat de patiënt moet ondergaan kan, in overleg met de cardioloog, worden besloten in welke setting de ingreep het best kan plaatsvinden.