Transfusiegerelateerde acute longschade (trali)
Dankzij de technische ontwikkelingen op het gebied van het verwerken en (langdurig) opslaan van bloed en zijn verscheidene componenten, heeft de hedendaagse clinicus een arsenaal aan bloedproducten waar hij uit kan putten om in verschillende klinische situaties transfusie en stollingscorrectie toe te passen. Naast het feit dat deze praktijk potentieel levens kan redden, stelt het de ontvanger van het bloedproduct ook zeker bloot aan bepaalde niet-geringe en mogelijk zelfs letale risico’s. Tot deze risico’s behoren onder andere hemolytische transfusiereacties, allo-immunisatie, immuunsysteemmodulatie, infectieuze complicaties, (micro)chimerisme, graft-versushostziekte, allergische reacties en transfusiegerelateerde acute longschade (TRALI). Van al deze risico’s blijkt TRALI de grootste oorzaak te zijn van morbiditeit en mortaliteit toegeschreven aan het transfunderen van allogene bloedproducten. In dit artikel wordt ingegaan op definitie, klinische presentatie, prevalentie, pathofysiologische modellen, risicofactoren en opvang van TRALI, met mogelijke strategieën om het voorkomen van dit ziektebeeld tot een minimum te beperken.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heeft u inzicht in definitie, klinische presentatie, prevalentie, pathofysiologische modellen, risicofactoren en opvang van TRALI, met mogelijke strategieën om het voorkomen van dit ziektebeeld tot een minimum te beperken.