Zwangerschapsfysiologie en anesthesiologische implicaties
Tijdens de zwangerschap treden fysiologische veranderingen op die van belang zijn voor uw anesthesiologische beleid. De aanpassingen van de orgaansystemen treden reeds vroeg in de zwangerschap op en worden gekenmerkt door een toename in metabolisme, zuurstofconsumptie en circulerend volume. Verder spelen hyperventilatie, verdunningsanemie, hypercoagulabiliteit, aspiratierisico, veranderingen van de luchtweg en verhoogde gevoeligheid voor anesthetica een rol. De anesthesiologische focus bij operatieve ingrepen tijdens de zwangerschap moet gericht zijn op luchtwegmanagement, risico en preventie van aspiratie, handhaven van maternale bloeddruk en uteroplacentaire perfusie, risico en preventie van tromboembolische complicaties, aanpassing van regionale technieken en algehele anesthesie. Bij algehele anesthesie zijn met name de keuze en dosering van inductiemiddelen, afname van MAC en placentaire passage van anesthetica van belang.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heeft u kennis genomen van de fysiologische adaptatie tijdens de zwangerschap en het kraambed
- kent u de hieruit voortvloeiende aandachtspunten voor regionale en algehele anesthesie
- bent u met het verworven inzicht in staat uw anesthesiologische interventies bij chirurgische en obstetrische ingrepen tijdens de zwangerschap aan te passen en te optimaliseren aan de veranderende omstandigheden