Nieuwe inzichten in de behandeling van sepsis
Sepsis is een van de belangrijkste doodsoorzaken op de IC. De laatste jaren is duidelijk geworden dat de meeste septische patiënten niet overlijden ten gevolge van een overweldigende initiële pro-inflammatoire reactie van het immuunsysteem, maar veelal in de daaropvolgende immuunsuppressieve fase, de zogenaamde ‘immuunparalyse’, die gekenmerkt wordt door verhoogde vatbaarheid voor secundaire en opportunistische infecties. Hoewel infectiecontrole en ondersteunende therapieën, zeker in de vroege fase van sepsis, de hoeksteen van de behandeling zullen blijven, is de ontdekking van deze immuunparalyse de reden dat er momenteel een verschuiving optreedt in onderzoek naar de adjuvante behandeling van sepsis. Waar de nadruk voorheen lag op onderdrukken van het immuunsysteem met bijvoorbeeld anti-cytokinetherapieën of corticosteroïden, ligt de nadruk nu meer en meer op het stimuleren van het immuunsysteem. Veelbelovende immuunstimulerende middelen als interferon-γ (IFN-γ) en granulocyt macrofaag-koloniestimulerende factor (GM-CSF) hebben al mooie resultaten laten zien en worden momenteel verder onderzocht in klinische trials.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u dat het merendeel van de septische patiënten niet overlijdt aan de initiële overweldigende pro-inflammatoire immuunrespons, maar aan de daaropvolgende onderdrukking van het immuunsysteem
- weet u verder dat onderzoek naar adjuvante behandeling voor sepsis zich dan ook meer en meer richt op stimulatie van het immuunsysteem
- kunt u de methoden opnoemen waarmee vastgesteld kan worden of een patiënt zich in de immuunparalytische fase bevindt; u kent een aantal immuunstimulerende middelen