Psychofarmaca en overwegingen inzake perioperatief beleid
Gebruik van psychofarmaca kan een verhoogd risico geven op complicaties in de perioperatieve periode door farmacologische effecten of bijwerkingen van het middel zelf of door interacties met andere medicatie. Ofschoon veel psychofarmaca al lange tijd worden gebruikt, ontbreken evidence-based richtlijnen en is er beperkt onderzoek gedaan naar het optreden van complicaties bij preoperatief continueren of stoppen. Op basis van de beschikbare literatuur en klinische expertise lijkt er geen reden meer voor het routinematig stoppen van de klassieke antidepressiva, monoamineoxidaseremmers, serotonineheropnameremmers en lithium. Tijdige herkenning van het gebruik van een antidepressivum bij preoperatieve screening door de anesthesioloog is van belang. Afhankelijk van het antidepressivum kunnen passende voorzorgsmaatregelen worden genomen. Indien nodig is de preoperatieve screening ook het moment om bij complexe patiënten te overleggen met de behandelend of consultatief psychiater. Afhankelijk van de risico-inschatting en complexiteit van de aandoening(en) van de individuele patiënt is medebehandeling door de psychiater tijdens opname aan te bevelen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- U weet welke farmacologische effecten en bijwerkingen van psychofarmaca (voornamelijk antidepressiva) een probleem kunnen vormen tijdens een (electieve) operatie
- U weet welke interacties van psychofarmaca met geneesmiddelen die regelmatig gebruikt worden in de perioperatieve periode van belang kunnen zijn
- Op basis van de beschikbare literatuur en expertise uit de dagelijkse praktijk weet u welke maatregelen ten aanzien van het gebruik van psychofarmaca voor een operatie van belang zijn
- U weet ook in welke gevallen het aan te bevelen is om gezamenlijk met de psychiater en eventueel andere betrokkenen een afweging te maken van de risico’s bij stoppen of continueren van een psychofarmacon tijdens de operatie