Transfusiegrenzen in ECMO
Tijdens extracorporale membraanoxygenatie (ECMO) heeft of ontwikkelt een groot deel van de patiënten anemie, trombocytopenie en/of stollingsstoornissen, geïnduceerd door patiënt-, ziekte- en ECMO-gerelateerde factoren. Richtlijnen voor transfusiegrenzen van rode bloedcellen, trombocyten, plasma en stollingsproducten ontbreken, of zijn enkel gebaseerd op ‘expert opinion’. De optimale transfusiegrenzen zijn nog niet gedefinieerd. Het ontbreken van onderzoek en richtlijnen leidt tot het toepassen van relatief liberale grenzen voor transfusie in de praktijk ten opzichte van vergelijkbare patiëntenpopulaties, met een grote spreiding tussen centra en landen. Hoewel gerandomiseerde studies ontbreken binnen ECMO-patëntenpopulaties, is er in vergelijkbare patiëntenpopulaties wel bewijs voor het veilig handhaven van restrictieve transfusiegrenzen van rode bloedcellen (hemoglobinegrens van circa 4,3 mmol/l). Bij een transfusie dient de clinicus een afweging te maken of de verwachte baten van de transfusie opwegen tegen de eventuele risico’s.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u meer over de achtergrond voor transfusie van rode bloedcellen, trombocyten en plasma bij patiënten aan de ECMO
- weet u meer over het voorkomen van transfusie van rode bloedcellen, trombocyten en plasma bij patiënten aan de ECMO
- bent u in staat een differentiaaldiagnose op te stellen bij een (verdenking op) trombocytopenie en/of trombocytopathie bij patiënten aan de ECMO
- bent u in staat verschillende stollingstesten in te zetten bij de verdenking op ECMO-geassocieerde coagulopathie en kent u globaal de voor- en nadelen
- ziet u in dat transfusie bij deze kwetsbare patiëntenpopulatie enkel moet worden gegeven wanneer de afweging is gemaakt dat de patiënt hier meer potentiële voor- dan nadelen van gaat genieten