Geen voordeel van extracorporele circulatoire ondersteuning rondom reanimaties
De overleving na een circulatiestilstand buiten het ziekenhuis (out of hospital cardiac arrest, OHCA) is nog steeds slecht. De uitkomst hangt sterk af van het onderliggende probleem. Dit wordt met name bepaald door de oorzaak van de circulatiestilstand. Ongeveer 3 tot 30% van de patiënten overleeft met een gunstige neurologische uitkomst. Overleving, maar vooral neurologisch functioneren na de circulatiestilstand, wordt primair bepaald door de tijd die het kost tot herstel van de circulatie. Verbetering in overleving is de afgelopen jaren vooral geboekt door prehospitale interventies. Hier dragen onder meer een hogere beschikbaarheid van automatische externe defibrillatoren (AED’s) en burgerhulpverlening zoals HartslagNu aan bij. Patiënten met een kamerritmestoornis, zoals ventrikelfibrilleren, kennen een betere overleving dan een niet-cardiaal bepaalde circulatiestilstand. Daartegenover staat dat patiënten met refractoir ventrikelfibrilleren, gedefinieerd als driemaal niet-succesvolle defibrillatie, een slechte prognose kennen. Refractair ventrikelfibrilleren ontstaat onder meer door een ernstig verstoord intracellulair milieu, vaak het gevolg van de hypoxische schade bij een langer bestaande ontoereikende circulatie. Cardiopulmonale resuscitatie (CPR) ter ondersteuning van de circulatie in het acute moment wordt conventioneel uitgevoerd met manuele of mechanische borstcompressie en hoge doseringen vasoactieve medicatie. Wanneer ondanks deze maatregelen de circulatie niet herstelt of de aritmie persisteert, kan extracorporale mechanische ondersteuning van de circulatie worden overwogen (extracorporale CPR of E-CPR). Hiervoor wordt via een canule in de vena cava het zuurstofarme bloed gedraineerd en na oxygenatie via een extracorporale membraan oxygenator (ECMO) via de arteria femoralis en aorta weer teruggevoerd richting de systeemcirculatie. Hiermee worden de circulatie en oxygenatie gewaarborgd – wat de gelegenheid geeft om de oorzaak van de circulatiestilstand op te lossen – de hypoxische schade kan beperken, en mogelijk bijdraagt aan het eerder terugkeren van de spontane circulatie (return of spontaneous circulation, ROSC).