Vaccin-geïnduceerde trombose en trombocytopenie (VITT)
Kort na de start van de wereldwijde vaccinaties tegen COVID-19 is een zeldzame bijwerking van de adenovirus vectorvaccins beschreven: vaccin geïnduceerde trombose en trombocytopenie (VITT). Hierbij ontstaan antistoffen tegen plaatjesfactor 4 (PF4), welke sterk lijken op de antilichamen tegen het PF4-heparine complex, zoals wordt gezien bij een heparine-geïnduceerde trombocytopenie (HIT). We bespreken een 32 jarige patiënte die zich 17 dagen na vaccinatie met het Oxford- AstraZeneca-vaccin presenteerde in diepe circulatoire shock als gevolg van nagenoeg volledige occlusie van de levervenen, vena portae en splanchnische venen. Er was sprake van een trombocytopenie. Hoewel er geen PF4- antistoffen werden aangetoond, werd op basis van het klinisch beeld de werkdiagnose VITT behouden. Na behandeling met onder andere intraveneuze immuunglobulines en argatroban is patiënte uiteindelijk goed hersteld. Bij de combinatie van trombose, trombocytopenie en recente COVID-19-vaccinatie moet, ook als de gemodificeerde HIT-confirmatietest negatief is, de werkdiagnose VITT serieus overwogen worden, omdat dit grote consequenties heeft voor de behandeling.