Neurogene en niet-neurogene orthostatische hypotensie: handvaten voor diagnose en behandeling
Orthostatische hypotensie (OH) heeft vele mogelijke oorzaken en kan zich op tal van manieren presenteren, waaronder presyncope (bijvoorbeeld lichtheid in het hoofd), syncope en verschijnselen die alleen omstanders opmerken. OH wordt onderverdeeld in drie subtypen: initiële OH, klassieke OH en ‘delayed’ OH. Oorzaken worden verdeeld in neurogeen en niet-neurogeen. De classificatie is van belang voor de behandeling en prognose. OH kan geclassificeerd worden met hulp van de anamnese en een sta-test of kantelproef met bloeddrukmeting. Soms is aanvullend onderzoek geïndiceerd. De behandeling is primair niet-farmacologisch. Het is cruciaal dat de patiënt de klachten goed herkent zodat hij vlot maatregelen kan nemen, zoals gaan zitten, liggen of bloeddrukverhogende maatregelen inzetten. Daarnaast kan een goed inzicht in de uitlokking helpen om preventieve maatregelen in te zetten (bijvoorbeeld water drinken). Bloeddrukverhogende medicatie is alleen geïndiceerd bij patiënten met neurogene klassieke OH en ernstige orthostatische intolerantie, persisterend ondanks leefstijlaanpassingen.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u de symptomen van orthostatische hypotensie herkennen
- kunt u de verschillende vormen van orthostatische hypotensie onderscheiden
- heeft u kennis van de kenmerken van neurogene van niet-neurogene orthostatische hypotensie
- heeft u kennis van de niet-farmacologische en de farmacologische behandelingen van orthostatische hypotensie