Verschillende bloedplasmaproducten: zijn ze allemaal hetzelfde?
Plasmatransfusie wordt gebruikt om stoornissen in de stolling te corrigeren en bloedingen te verhelpen. Maar dit is niet zonder risico. Belangrijke risico’s zijn het overdragen van virussen, het veroorzaken van allergische en anafylactische reacties en het ontstaan van TRALI en TACO. Om deze risico’s te verminderen zijn diverse technieken ontwikkeld. Hierdoor zijn er wereldwijd verschillende soorten bloedplasmaproducten op de markt. In Nederland worden voornamelijk Fresh Frozen Plasma (FFP) en Solvent-Detergent plasma (S/D-plasma, Omniplasma) gebruikt. S/D-plasma en FFP zijn wel twee verschillende producten. S/D-plasma heeft voordelen ten opzichte van FFP in bijvoorbeeld het veroorzaken van allergische reacties, maar heeft ook nadelen: men moet bijvoorbeeld voorzichtig zijn bij het gebruik van S/D-plasma bij bepaalde patiëntcategorieën en bedacht zijn op het ontstaan van hyperfibrinolyse. Over de toediening van S/D-plasma bij kinderen is nog weinig bekend, maar uit eerste onderzoeken lijkt dit veilig te kunnen worden gegeven.