Wat doen al die extra kabels aan de patiënt?
Neuromonitoring wordt meer en meer toegepast bij ingrepen waar het risico op schade aan het perifeer en/of centraal zenuwstelsel bestaat. Er zijn verschillende technieken beschikbaar voor het monitoren van de functionaliteit van het centrale zenuwstelsel. De meest bekende zijn het EEG- en het TCD- onderzoek bij cerebrovasculaire ingrepen en de Somato Sensibele Evoked Potentials (SSEP) en Motor Evoked Potentials (MEP) bij ingrepen aan het myelum of wervelkolom. Wat is de fysiologie achter deze onderzoeken en op welke manier geven ze informatie over het neurale weefsel? Wat zijn de voor- en nadelen en op welke manier moet het team op de operatiekamer rekening houden met deze onderzoeken? In dit artikel wordt een overzicht gegeven.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet je waarom registratie van een EEG bij carotischirurgie van nut is
- weet je op welke manier de registratie van MEP en SSEP informatie geeft over de functionaliteit van het myelum
- begrijp je de onderliggende anatomie en fysiologie waardoor er tot een keuze van een bepaalde neuromonitoringmodaliteit is gekomen
- begrijp je waarom er wordt gekozen voor specifieke anesthetica bij neuromonitoring
- weet je dat communicatie met de chirurg en het IONM-team van belang is bij deze ingrepen