Behandeling van ventriculaire tachycardie onder procedurele sedatie
Aan de hand van een casus wordt de procedurele sedatie en analgesie (PSA) bij een ventriculaire tachycardie-ablatie (VT-ablatie) uitgelegd, zoals deze in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) wordt verricht. In 2019 hebben 17 patiënten een VT-ablatie gehad onder PSA, allen zonder sedatie-gerelateerde complicaties. Patiënten worden van tevoren gescreend op de poli anesthesiologie. Het is aan de cardioloog om een keuze te maken op welke wijze de patiënt de VT-ablatie ondergaat; niet alle patiënten worden goedgekeurd voor PSA. Goede voorlichting over procedurele sedatie is belangrijk om tot een informed consent te komen. Monitoring bestaat uit een drie-afleidingen ECG, SpO2, meting van de respiratiefrequentie, end-tidal CO2, non-invasieve en invasieve bloeddrukmeting (de laatste via de door de cardioloog ingebrachte arterielijn) en temperatuurmeting. Ook wordt de sedatiediepte gemonitord aan de hand van de Observer Assessment of Alertness/Sedation Scale (OAA/S). Bepaalde vasopressoren, anesthetica en analgetica hebben effect op de elektrische geleiding van het hart.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heb je inzicht gekregen in de werkwijze van de procedurele sedatie en/of analgesie bij een VT-ablatie
- ken je de risicofactoren die gerelateerd zijn aan sedatie bij een VT-ablatie
- heb je inzicht gekregen in welk effect bepaalde sedativa en vasopressoren hebben op de elektrische geleiding van het hart