TAVI 2.0 - Less is more...
Sinds de eerste TAVI-procedure in 2002 is deze techniek uitgegroeid van een experimentele hoogrisicobehandeling tot een standaardtherapie van aortaklepstenose in bepaalde leeftijdscategorieën. In de beginfase was algehele anesthesie met volledige belijning (arterielijn, centraal veneuze lijn en Swan-Ganzkatheter) de aangewezen techniek, maar in de loop der jaren zijn er veel veranderingen in het anesthesiologisch beleid geweest. Monitored anesthesia care zoals ‘lichte tot matige sedatie’ of ‘lokaal met bewaking’ vormen tegenwoordig de basis van anesthesiologische zorg bij TAVI-procedures; algehele anesthesie wordt slechts bij uitzondering toegepast. Dit artikel geeft een overzicht van de technische ontwikkelingen van de TAVI-procedure en de hierop aansluitende aanpassingen in het anesthesiebeleid in de afgelopen 20 jaar.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- ken je de technische aspecten van een TAVI-procedure
- weet je welke anesthesiologische technieken mogelijk zijn voor een TAVI-procedure
- begrijp je de overwegingen om een patiënt te counselen voor monitored anesthesia care in plaats van algehele anesthesie bij een TAVI-procedure