Aortaklepstenose
Aortaklepstenose (AoS) is een van de meest voorkomende hartklepafwijkingen in onze populatie. Door toenemende vergrijzing en betere overleving zal deze patiëntenpopulatie zich vaker presenteren voor niet-cardiale chirurgie dan in het verleden het geval was. Daarom is het belangrijk dat ook een algemene anesthesioloog op de hoogte is van de pathofysiologie van AoS en hoe deze patiënten perioperatief te monitoren en te behandelen. Belangrijk is om te realiseren is dat langer bestaande AoS op termijn gepaard gaat met linkerventrikel-hypertrofie. Hypertrofe linkerventrikels (LV) lopen het risico om subendocardiale ischemie te ontwikkelen bij hypovolemie en hypotensie (bijvoorbeeld tijdens een inleiding). Alarmsignaal hiervoor is een ST-depressie op een ECG, in tegenstelling tot ST-elevaties bij ischemie van ‘een normale’ LV. Therapeutische focus dient te liggen bij het hooghouden van de pre- en afterload (voor handhaving cardiac output en coronair perfusie) en de hartfrequentie tussen de 60-80 slagen per minuut na te streven (voldoende diastolische tijd om het hart vullingstijd te geven).
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- heb je inzicht gekregen in de onderliggende pathofysiologie van aortaklepstenose (AoS)
- heb je kennis gekregen omtrent de symptomen en diagnostiek van AoS
- heb je een overzicht gekregen in de behandelopties van AoS welke medicamenten deze patiënten gebruiken
- heb je inzicht gekregen hoe deze patiënten te managen perioperatief en wat het belangrijkste postoperatieve risico is