COVID-19-coagulopathie: to clot or not to clot
De COVID-19-pandemie heeft een ongekende invloed gehad op de zorg en de samenleving. Anesthesiemedewerkers hebben in grote aantallen geholpen op de intensive care en kwamen daar in aanraking met een hele andere tak van zorg. In dit artikel wordt ingegaan op een veelvoorkomende complicatie van COVID-19, namelijk COVID-19-geassocieerde coagulopathie. Problemen met de longen staan het meest op de voorgrond bij COVID-19, zeker bij de eerste varianten van het virus. Veel van de patiënten die op de intensive care belanden, ontwikkelen Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS). ARDS is niet specifiek voor patiënten met COVID-19, waardoor er al veel bekend was over de optimale behandeling. Centraal hierbij staat een long-protectieve beademingsstrategie, om verdere schade aan de longen te voorkomen. Naast de pulmonale problemen hebben veel patiënten met COVID-19 last van trombo-embolische complicaties, zoals longembolieën en diepveneuze trombose. Er is een verband tussen de pathofysiologie van COVID-19 en het ontstaan van deze coagulopathieën. COVID-19-geassocieerde coagulopathie is geassocieerd met een slechtere prognose.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- ken je de pathofysiologie van COVID-19-geassocieerde stollingsafwijkingen
- weet je welke preventie en behandeling ingesteld worden voor COVID-19-geassocieerde coagulopathie
- weet je wat ARDS is
- ken je de principes van long-protectieve beademing