Cerebrale radiatienecrose bij hersenmetastasen en primaire hersentumoren
Cerebrale radiatienecrose (CRN) is een gevreesde bijwerking na een hoge dosis bestraling van hersenmetastasen of een glioom. Het komt vaker voor bij patiënten met hersenmetastasen omdat die langer overleven na systemische therapie en metastasen steeds vaker stereotactisch worden bestraald. Bij gliomen kan een door (chemo)radiotherapie veroorzaakte hersenbeschadiging zich uiten in de vorm van tijdelijke pseudoprogressie op de MRI-hersenen, met hierbij vaak neurologische uitvalsverschijnselen. Meestal is dit een bijwerking die binnen weken tot maanden na radiotherapie ontstaat en tijdelijk aanwezig is. Soms is er sprake van CRN met langdurigere verschijnselen. Zowel symptomatische pseudoprogressie als CRN wordt behandeld met corticosteroïden (dexamethason). Om neurologische symptomen van CRN te verminderen, moet dexamethason vaak langdurig worden gegeven met een toenemend risico op complicaties, bijvoorbeeld gewichtstoename, spierzwakte, diabetes mellitus en infecties. Bij refractaire neurologische symptomen of bijwerkingen door dexamethason kan een behandeling met bevacizumab worden gestart. Dit is een antilichaam tegen de vasculaire-endotheelcelgroeifactor (VEGF). Sinds 2017 is het middel geregistreerd als tweedelijnsbehandeling van CRN, dat wil zeggen, wanneer dexamethason geen of weinig verbetering van neurologische symptomen of ernstige bijwerkingen geeft.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- weet u hoe cerebrale radiatienecrose ontstaat
- bent u in staat om cerebrale radiatienecrose te herkennen
- hebt u een visie ontwikkeld over hoe u symptomatische cerebrale radiatienecrose kunt behandelen