Cerebrale arterioveneuze malformaties: diagnose en beleid

| 01 maart 2018

Cerebrale arterioveneuze malformaties (cAVM’s) – abnormale, directe verbindingen tussen arteriën en venen waarbij een capillair netwerk ontbreekt – zijn relatief zeldzame vaatafwijkingen. Ze vormen echter de belangrijkste oorzaak van niet-traumatische intracraniële bloedingen bij jongere patiënten. Veertig procent van de patiënten die zich presenteren met een intracerebrale bloeding ten gevolge van een cAVM heeft een slechte uitkomst (overlijden 12%; handicap met blijvende afhankelijkheid 28%). Het jaarlijkse risico op een (herhaalde) bloeding voor patiënten die zich ooit presenteerden met een bloeding wordt geschat op ~5% terwijl dit slechts ~1% is voor patiënten met een cAVM dat niet gebloed heeft. Behandelopties om cAVM-bloedingen te voorkomen zijn resectie, embolisatie, stereotactische radiochirurgie of een combinatie van deze modaliteiten. Er zijn geen gerandomiseerde studies die de effectiviteit van deze verschillende modaliteiten vergelijken. Terughoudendheid is geboden bij de invasieve behandeling van cAVM’s die niet gebloed hebben omdat de risico’s van interventie mogelijk niet opwegen tegen het lage(re) bloedingsrisico.