Centrale visuele verwerking

| 01 maart 2016

Corticale verwerking van visuele informatie is een complexe aangelegenheid met verschillende fasen en locaties. Grosso modo kan er onderscheid gemaakt worden in visuele informatie over aard, vorm en kleur (wat-informatie) en over locatie en beweging (waar-informatie). De eerstgenoemde informatie volgt een occipitotemporale, de tweede een occipitopariëtale route. Bij de wat-stoornissen is het noodzakelijk problemen in waarneming, associatie en benoemen te onderscheiden om begrip voor het probleem van de patiënt te hebben. Bij de waar-stoornissen is de patiënt als het ware ziende blind omdat hij zijn aandacht niet kan richten op een voorwerp en geen idee heeft over de ruimtelijke locatie. Ten slotte zijn er positieve fenomenen waarbij het zenuwstelsel eigen informatie maakt of terughaalt op ongelegen momenten. Veel van deze stoornissen zijn niet zeldzaam en verdienen aandacht van (onder anderen) de neuroloog, om zo de patiënt en familie goed te kunnen begeleiden.

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze collectie:

  • kent u de anatomie van het centrale visuele systeem
  • weet u de analytische processen van de centrale visuele verwerking te lokaliseren
  • begrijpt u de verbanden tussen visuele en andere conticale processen
  • kunt u ziektebeelden ten gevolge van hogere visuele stoornissen herkennen

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 maart 2016
Duur
1 uur

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met Nervus?

In deze collectie

E-learning met toets

Centrale visuele verwerking

Auteurs
prof. dr. Snoek, J.W.
prof. dr. Kuks, J.B.M.
Niet gestart
1 uur
Corticale verwerking van visuele informatie is een complexe aangelegenheid met verschillende fasen en locaties. Grosso modo kan er onderscheid gemaakt worden in visuele informatie over aard, vorm en kleur (wat-informatie) en over locatie en beweging (waar-informatie). De eerstgenoemde informatie volgt een occipitotemporale, de tweede een occipitopariëtale route. Bij de wat-stoornissen is het noodzakelijk problemen in waarneming, associatie en benoemen te onderscheiden om begrip voor het probleem van de patiënt te hebben. Bij de waar-stoornissen is de patiënt als het ware ziende blind omdat hij zijn aandacht niet kan richten op een voorwerp en geen idee heeft over de ruimtelijke locatie. Ten slotte zijn er positieve fenomenen waarbij het zenuwstelsel eigen informatie maakt of terughaalt op ongelegen momenten. Veel van deze stoornissen zijn niet zeldzaam en verdienen aandacht van (onder anderen) de neuroloog, om zo de patiënt en familie goed te kunnen begeleiden.
Artikel

Centrale visuele verwerking

Niet gestart
Bijlage

Literatuurlijst

Niet gestart