Aankleuring na behandeling van een GBM: tumorrecidief of therapie-effect?
Aankleuring op MRI na behandeling van een glioblastoma multiforme (GBM) is aspecifiek en kan behalve door recidieftumorweefsel veroorzaakt worden door verschillende processen, waaronder de operatie zelf, tumorresidu, ischemie en als gevolg van de chemoradiatie. Twee fenomenen zijn hierbij nauwelijks te onderscheiden van recidieftumor: pseudoprogressie en radiatienecrose. Pseudoprogressie is passagère aankleuring die binnen twee tot vijf maanden ontstaat als gevolg van de combinatie van tomozolomide en radiotherapie. Radiatienecrose is het ontstaan van een aankleurende massa in het bestraalde gebied maanden tot jaren na het staken van de radiotherapie. Kennis van het type, alsmede begin- en eindpunt van de adjuvante therapie is dan ook obligaat om een follow-up-MRI te kunnen beoordelen. Perfusie-MRI is daarbij een behulpzame geavanceerde MRI-techniek om te differentiëren tussen tumorrecidief en therapie-effect .Tumorweefsel veroorzaakt een versterkte perfusie, terwijl de door de therapie geïnduceerde effecten normale of verlaagde perfusie vertonen.