Diuretica

Diuretica worden frequent gebruikt in de eerste en tweede lijn. Er zijn verschillende groepen diuretica die gebruikt kunnen worden voor de behandeling van hypertensie, volumeproblemen, zoals hartfalen, of bij nierfunctiestoornissen. In de eerste lijn worden vooral de thiazidediuretica, de lisdiuretica en de kaliumsparende diuretica gebruikt, in de tweede lijn ook de osmotische diuretica. Een aparte status heeft spironolacton. Dit is een diureticum, maar ook een aldosteronantagonist (remmer). Alle diuretica hebben hun werking in de nieren en moeten om effect te hebben worden uitgescheiden in de nier. Bij een verminderde nierfunctie zal de dosering dus moeten worden verhoogd. In dit artikel zal achtereenvolgens de nadruk worden gelegd op thiazide-, lis- en kaliumsparende diuretica.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u het verschil tussen thiazidediuretica, lisdiuretica en kaliumspaarders benoemen
- kunt u de meest voorkomende bijwerkingen benoemen en weet u welke laboratoriumgegevens standaard gemeten moeten worden bij welk diureticum
- kunt u gericht adviezen geven over innametijdstippen
- kent u het risico tijdens intercurrente ziekten, hitte en koorts tijdens diureticagebruik
- kent u de wisselwerking van diuretica met een aantal veel voorgeschreven medicijnen en daarnaast kunt u het risico van de combinatie met pijnstillers benoemen die patiënten zonder recept kunnen kopen
- kunt u als verpleegkundig specialist uw leiderschap inzetten om de kennis over diuretica bij uw directe collega’s te vergroten