Nurse Academy
Praktijkgerichte nascholing voor verpleegkundigen
Nurse Academy biedt bijscholing via een vaktijdschrift met online toetsen, gecombineerd met een kennisarchief, speciaal voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS) in het ziekenhuis. Je kunt er 40 accreditatiepunten per jaar mee halen, geaccrediteerd door de V&VN VS, waar en wanneer jij dat wilt.
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Nurse Academy?
Abonneer nu! Meer informatie
Alle collecties van Nurse Academy
Gesorteerd op nieuw - oud
Brandwonden zijn wonden die speciale aandacht verdienen, onder meer omdat zij uitermate pijnlijk kunnen zijn en na de verbranding de vitale functies van de patiënt negatief beïnvloeden. Bovendien kunnen brandwonden littekens opleveren en is ook de kans op psychische schade voor de patiënt uitzonderlijk hoog, omdat de patiënt het ongeluk vaak bewust heeft meegemaakt.

Diuretica oftewel plastabletten worden voor verschillende indicaties bij heel diverse aandoeningen voorgeschreven. Het voorschrijven van een diureticum lijkt eenvoudig; bij overtollig vocht slik je een plastablet en het teveel aan vocht wordt afgedreven als gevolg van een verhoogde urineproductie. De reden waarom iemand vocht vasthoudt bepaalt echter óf een diureticum zal werken en welke soort er in dat geval gegeven moet worden. Enkeloedeem bijvoorbeeld kan door verschillende oorzaken ontstaan en die oorzaken bepalen of er een diureticum voorgeschreven moet worden en welke soort dit moet zijn.

In een opgave kan het gebruik van het deelteken (:) soms tot verwarring leiden. Afhankelijk van de context kan dit teken een verhouding betekenen of een breuk. In rekenboeken worden de begrippen verhouding en breuk soms door elkaar gebruikt. Toch is er een verschil. Gezond verstand en nauwkeurig taalgebruik brengen uitkomst.

Inleiding | Wettelijke bepalingen | Fasen van het wetenschappelijke onderzoek | De researchverpleegkundige

In dit artikel wordt ingegaan op het werkingsmechanisme van bètablokkers en wanneer ze worden ingezet. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de verschillende soorten, toedieningsvormen en bijwerkingen.

Een vergiftiging is het binnendringen van een giftige stof in het lichaam of ophoping van een door het lichaam zelf geproduceerde giftige stof. Belangrijk is de situatie waaronder een vergiftiging is opgetreden, omdat er geen stoffen bestaan die in elke hoeveelheid en onder alle omstandigheden een vergiftiging kunnen veroorzaken. Bijvoorbeeld: geneesmiddelen hebben bij een bepaalde hoeveelheid een gunstig effect maar bij overdosering ernstige gevolgen, zodat gesproken wordt van een vergiftiging. Vergiftigingen zijn dus niet los te koppelen van het begrip ‘dosis’ ofwel de toegediende of ingenomen hoeveelheid stof. De factoren die naast de dosering de giftige werking van een product bepalen, zijn weergegeven in tabel 1.
Er wordt in de literatuur onderscheid gemaakt tussen acute en chronische vergiftiging. Als een slachtoffer in korte tijd een hoge dosis van het gif binnenkrijgt, spreken we van een acute vergiftiging. Chronische vergiftiging wil zeggen dat het slachtoffer langdurig, dagen tot weken, is blootgesteld aan het vergif.
In Nederland kunnen hulpverleners informatie verkrijgen over te verwachten effecten en behandelingsmogelijkheden in geval van een vergiftiging bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), dat onderdeel is van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In 2008 kwamen daar ruim 35.500 telefonische verzoeken om informatie binnen. In Nederland is geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen. Waarschijnlijk ligt het daadwerkelijke aantal (potentiële) vergiftigingen dan ook hoger. Het grootste deel van de informatieverzoeken was afkomstig van huisartsen (55%), maar ook vanuit het ziekenhuis belden hulpverleners met het NVIC over acute vergiftigingen (zie figuur 1). De meeste consulten betroffen vergiftigingen met geneesmiddelen. Een andere belangrijke productgroep waarover hulpverleners belden, was ‘huishoudmiddelen en doe-het-zelfproducten’ (zie figuur 2 en tabel 2). Het grootste deel van de gemelde vergiftigingen betrof kinderen tot en met 4 jaar of volwassenen tot en met 65 jaar (respectievelijk 37% en 41%). Bij jonge kinderen zijn vergiftigingen vaak onbedoeld. In een onbewaakt moment eten ze bijvoorbeeld van een geneesmiddel of nemen ze een slokje van een schoonmaakmiddel. Bij volwassenen komen naast onbedoelde vergiftigingen zoals medicatiefouten, vaak opzettelijke auto-intoxicaties voor. Dikwijls nemen mensen hierbij een combinatie van geneesmiddelen in, met of zonder alcohol.
Op grond van het grote aantal informatieverzoeken per jaar kan het NVIC trends signaleren in aard en omstandigheden van acute vergiftigingen. Het NVIC rapporteert deze trends aan de overheid, waardoor deze preventieve beleidsmaatregelen kan treffen. Zo kan een product van de markt gehaald worden of kunnen voorschriften voor gebruik en/of etikettering van het product worden aangepast. Verder doet het NVIC wetenschappelijk onderzoek naar het gedrag van lichaamsvreemde stoffen in het menselijk lichaam. Zo deed het centrum onderzoek onder gezonde proefpersonen naar de effecten van glycyrrhizine in drop, nitraat in groenten en cannabis met hoge concentraties werkzame stof.