Voeding bij de pasgeborene: wat, wanneer, hoe en waar?
Bij het voorschrijven van voeding aan pasgeborenen hebben we als kinderartsen veel keuzemogelijkheden. Welke soort voeding geven we en in welke hoeveelheden en in welke frequentie? Wanneer starten we met welke suppleties? Welke alternatieven zijn er als een kind geen voeding kan verdragen? Zijn er ook contra-indicaties? Hoe geven we de voeding? Wanneer wordt sondevoeding gegeven? In toenemende mate zien we dat zuigelingen met sondevoeding naar huis gaan. Wat zijn de randvoorwaarden hiervoor? In dit artikel gaan we in op deze vragen en de verschillende manieren van voeden, met hieraan gekoppeld de diverse voor- en nadelen. Moedermelk heeft de voorkeur voor alle pasgeborenen. Het is belangrijk dat ouders tijdens de zwangerschap, ruim voor de geboorte, informatie krijgen over borstvoeding. Dan is er tijd om over de voor- en nadelen te spreken. Wanneer de keuze door beide ouders bewust is gemaakt, is de kans groter dat ouders bij de keuze blijven, ook als er in de neonatale periode problemen optreden. Dit artikel is vooral gericht op voeding bij pasgeborenen in algemene ziekenhuizen, niet zozeer op de ernstig premature pasgeborenen van de NICU-populatie.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de basisregels van het voorschrijven van voeding aan pasgeborenen (voldragen en prematuur)
- weet u dat enterale voeding vrijwel altijd mogelijk is
- weet u dat moedermelk de voeding bij voorkeur is voor alle pasgeborenen
- weet u wat er nodig is om zuigelingen naar huis te kunnen ontslaan met sondevoeding
- bent u in staat om extra suppletie in calorieën voor te schrijven bij kinderen die niet goed groeien of bij zuigelingen met een verhoogde energiebehoefte