Systemische antifungale middelen

| 01 december 2019

Bij een toenemend aantal immuungecompromitteerde kinderen en de medebehandeling van kinderoncologische patiënten in shared care-centra worden schimmel- en gistinfecties niet meer alleen in academische centra gezien en behandeld. Kennis van systemische antifungale middelen is dan ook voor steeds meer behandelaars relevant. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste eigenschappen van de drie groepen systemische antifungale middelen: azolen, polyenen en echinocandinen. Aangrijpingspunt in de schimmelgroei, activiteit tegen de verschillende schimmels en gisten, individuele verschillen tussen middelen binnen een groep en relevante bijwerkingen komen daarbij aan bod. De behandeling van systemische schimmelinfecties blijft gespecialiseerde zorg die in nauw overleg met de kinderarts infectieziekten, arts-medisch microbioloog en ziekenhuisapotheker zal moeten worden vormgegeven.

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 december 2019
Duur
25 min

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met Praktische Pediatrie?

In deze collectie

Artikel

Systemische antifungale middelen

Niet gestart
25 min
Bij een toenemend aantal immuungecompromitteerde kinderen en de medebehandeling van kinderoncologische patiënten in shared care-centra worden schimmel- en gistinfecties niet meer alleen in academische centra gezien en behandeld. Kennis van
Bijlage

Literatuurlijst

Niet gestart