Slapeloosheid bij een vermoeide puber: wanneer is slecht slapen een medisch probleem?
De prevalentie van significante slaapproblemen is ongeveer 20% bij kinderen in de puberteit. Wanneer slaapproblemen leiden tot chronisch slaaptekort kan dit grote gevolgen hebben, zoals overmatige slaperigheid overdag, concentratieproblemen en stemmingsproblemen. Bovendien kan een chronisch slaaptekort gepaard gaan met lichamelijke klachten zoals hoofdpijn. Lichamelijke en psychologische problematiek kunnen op hun beurt de klachten van slapeloosheid (insomnie) versterken. In de puberteit komen ook vaak slaap-waakritmestoornissen voor zoals het vertraagde-slaapfasesyndroom ofwel delayed sleep phase disorder (DSPD). Bij DSPD kan er ook een samenhang zijn met lichamelijke en psychiatrische stoornissen. De behandeling van slaapstoornissen kan een positief effect hebben op (de ernst van) psychische aandoeningen en kan daarnaast verbetering van lichamelijke klachten geven. Met vroege signalering en behandeling kunnen de gevolgen van slaapproblemen mogelijk worden beperkt. Daarvoor is wel een goede samenwerking tussen de jeugdarts (en eventueel school), de kinderarts en zo nodig de ggz vereist.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de definities van slapeloosheid (insomnie) en delayed sleep phase disorder (DSPD)
- kunt u een differentiaaldiagnose opstellen voor slaapproblemen
- weet u waarom de slaapanamnese onderdeel zou moeten zijn van uw standaardanamnese
- herkent u de groep kinderen waarbij slapeloosheid en DSPD vaker voorkomen
- weet u wat de behandeling is bij slapeloosheid en DSPD