De richtlijn Diagnostiek van coeliakie bij kinderen (ESPGHAN 2020)

| 01 juni 2021

Coeliakie is een veelvoorkomende intolerantie, die ontstaat door een auto-immuunreactie uitgelokt door gluten. Gluten zijn eiwitten in granen (o.a. tarwe, gerst, rogge). De autoimmuunreactie leidt tot ontsteking en uiteindelijk vlokatrofie in de dunne darm. Van oudsher waren dunnedarmbiopten de gouden standaard om de diagnose coeliakie te stellen. Door verbeterde detectie van de zogenoemde coeliakie-specifieke antistoffen (TGA en EMA) is het volgens de ESPGHAN-richtlijn uit 2012 mogelijk de diagnose onder bepaalde voorwaarden bij kinderen te stellen zonder dunnedarmbiopten. Deze richtlijn is recentelijk aangepast. De huidige richtlijn ESPGHAN 2020 stelt, dat IgA-TGA als eerste bepaald dienen te worden bij een vermoeden op coeliakie. De diagnose kan zowel bij symptomatische als asymptomatische kinderen zonder biopt gesteld worden indien de IgA-TGA-antistoftiter > 10× verhoogd is en in een tweede bloedafname de IgA-EMA positief zijn. HLA-typering is niet noodzakelijk meer voor de diagnose coeliakie, ook niet wanneer er geen biopten worden genomen.