Cardiovasculaire risico's bij gebruik van psychostimulantia voor ADHD
De laatste jaren is er een duidelijke toename te zien in het gebruik van psychostimulantia bij kinderen met een aandachts/hyperactiviteitsstoornis (adhd). De effectiviteit van psychostimulantia is uitgebreid geëvalueerd en bewezen. Aangezien de psychostimulantia een verhoogd dopaminerg en noradrenerg effect hebben, valt te verwachten dat deze middelen een effect hebben op het cardiovasculaire systeem. Het blijkt dat er slechts een niet-significante stijging van de bloeddruk en hartfrequentie optreedt. Tot nu toe is bij gebruik in therapeutische dosering een verband met plotselinge hartdood niet aangetoond. Er treedt geen ecg-verandering op. Wel is er op theoretische basis reden om voorzichtig te zijn met het gebruik van deze medicatie bij patiënten met structurele hartafwijkingen. Daarom wordt aangeraden om vóór het starten van medicamenteuze therapie een goede screening uit te voeren naar eventuele cardiale pathologie, door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek. Het is niet nodig om screenend een ecg of echocardiografie te verrichten.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de cardiovasculaire bijwerkingen van psychostimulantia die bij de behandeling van ADHD gegeven worden
- kunt u de relatie tussen het gebruik van psychostumulantia bij ADHD en het optreden van plotselinge hartdood relativeren
- weet u welke cardiovasculaire screening moet plaatsvinden voor en tijdens behandeling met psychostimulantia ter behandeling van ADHD