Zorg tegen wil en dan(k)?
De WGBO laat ruimte om een wilsonbekwame patiënt tegen zijn wil te behandelen bij acuut levensgevaar of dreigende ernstige blijvende schade. Zodra de patiënt somatisch stabieler is, maar niet in staat mee te werken vanwege een geestesstoornis, kan na psychiatrische beoordeling een Bopz-maatregel worden aangevraagd. Daarnaast moet een onafhankelijke beoordeling plaatsvinden voor dwangbehandeling. De uitvoering van dwang moet bij voorkeur eerst worden besproken in het behandelteam, met de patiënt en met zijn vertegenwoordigers. Bij de toepassing van dwang moet altijd voor de minst ingrijpende oplossing worden gekozen en het effect moet voortdurend worden geëvalueerd. Soms moet worden overgegaan tot het gebruik van angstdempende medicatie, fixatie of sondevoeding. Het is belangrijk rust, empathie en een niet veroordelende houding uit te stralen tijdens de dwanghandeling. Dwangbehandeling moet dagelijks geëvalueerd worden; daarbij staan de begrippen subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid centraal. Over de langetermijngevolgen van (langdurige) dwang is weinig bekend. Gezien de complexiteit van de problematiek is het raadzaam laagdrempelig een kinder- en jeugdpsychiater en een medisch lid van de Raad van Bestuur te betrekken.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u weloverwogen de indicatie voor dwang stellen
- kent u de wetten en eisen waaraan u zich moet houden
- bent u in staat dwanghandelingen zo goed mogelijk te laten verlopen en weet u welke middelen u hierbij kunt inzetten
- kent u de redenen voor overplaatsing naar een psychiatrische afdeling en de juridische voorwaarden waaraan daarbij moet worden voldaan