Hypoglykemie bij de pasgeborene: weet u wat u meet?
Neonatale hypoglykemie is een nog veel voorkomend probleem bij pasgeborenen. De eerste en belangrijkste vraag bij neonatale hypoglykemie is die of de genoteerde glucose-uitslag werkelijk overeenkomt met de glucoseconcentratie in het kinderlijke bloed. Dit artikel gaat in op de valkuilen en de aandachtspunten bij de bepaling van glucose: bij de afname, in de pre-analytische fase en in de analytische fase. Het belang van het gebruik van een methode die zuiver en betrouwbaar meet in het gebied van lage glucosewaarden wordt benadrukt. Er wordt ingegaan op het belang van het betrachten van uiterste zorgvuldigheid bij het afnemen van een bloedglucose, wat al begint bij de voorbereiding (desinfectie). De behandeling komt ter sprake en het verschil tussen het geven van glucose via een infuus en toediening via orale voeding. De mogelijkheden van behandeling van hypoglykemie bij borstvoeding komen ook aan bod. Tot slot wordt ingegaan op de preventie van neonatale hypoglykemie.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- bent u zich ervan bewust dat het niet vanzelfsprekend is dat de genoteerde bloedglucosewaarde de werkelijke glucoseconcentratie bij het kind weergeeft
- kent u de belangrijkste valkuilen bij de bepaling van het glucosegehalte bij pasgeborenen
- bent u in staat de wijze van glucosebepaling bij neonatale hypoglykemie op adequate wijze door te spreken en te evalueren met de klinisch chemicus in uw ziekenhuis
- kent u de principes van de behandeling van neonatale hypoglykemie
- kent u de basale glucosebehoefte van een pasgeborene en kunt u de glucosebehoefte berekenen van een pasgeborene die zowel orale voeding als glucose per infuus krijgt toegediend
- weet u waarom het beter is om een neonatale hypoglykemie langs de perorale weg met voeding te behandelen dan met enkel glucose per infuus
- weet u wat u bij borstvoeding moet adviseren om een neonatale hypoglykemie op maximale wijze te voorkomen