Carnitine en vetzuren zijn zinvol bij de behandeling van ADHD (voor)
ADHD is een neurobiologische aandoening met grote psychosociale consequenties. De medicamenteuze therapie dient hierop gericht te zijn. Een deel van de adhd-patiënten reageert niet of matig op de standaardtherapie van methylfenidaat en atomoxetine. Individuele ziektegeschiedenissen en een gepubliceerde pilotstudie suggereren, deels objectief, deels subjectief, dat aanvulling van tekorten van essentiële vetzuren door suppletie van carnitine en langeketenvetzuren (lcpufa’s) effectief kan zijn. Deze optie, die (nog) niet evidence-based is, is in overweging te nemen als de standaardtherapie onvoldoende of geen resultaat heeft.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- wat de rationale is achter de suppletie van carnitine en langeketenvetzuren (LCPUFA’s) bij ADHD
- dat de suppletie van carnitine en langketenvetzuren (LCPUFA’s) bij een subgroep van kinderen en adolescenten met ADHD te overwegen is als de standaardtherapie onvoldoende of geen resultaat heeft