Carnitine en vetzuren zijn zinvol bij de behandeling van ADHD (voor)

| 01 maart 2007

ADHD is een neurobiologische aandoening met grote psychosociale consequenties. De medicamenteuze therapie dient hierop gericht te zijn. Een deel van de adhd-patiënten reageert niet of matig op de standaardtherapie van methylfenidaat en atomoxetine. Individuele ziektegeschiedenissen en een gepubliceerde pilotstudie suggereren, deels objectief, deels subjectief, dat aanvulling van tekorten van essentiële vetzuren door suppletie van carnitine en langeketenvetzuren (lcpufa’s) effectief kan zijn. Deze optie, die (nog) niet evidence-based is, is in overweging te nemen als de standaardtherapie onvoldoende of geen resultaat heeft.

Leerdoelen

Na het bestuderen van deze collectie:

  • wat de rationale is achter de suppletie van carnitine en langeketenvetzuren (LCPUFA’s) bij ADHD
  • dat de suppletie van carnitine en langketenvetzuren (LCPUFA’s) bij een subgroep van kinderen en adolescenten met ADHD te overwegen is als de standaardtherapie onvoldoende of geen resultaat heeft

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 maart 2007
Duur
30 min

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met Praktische Pediatrie?

In deze collectie

Artikel

Carnitine en vetzuren zijn zinvol bij de behandeling van ADHD (voor)

Auteur
dr. van Oudheusden , L.J.
Niet gestart
30 min
Bijlage

Aanvulling : Carnitine en vetzuren zijn zinvol bij de behandeling van ADHD (voor)

Niet gestart