Een terugblik op vijftig jaar GGZ
Een terugblik op vijftig jaar GGZ Nelleke Nicolai is psychiater en psychotherapeut met een eigen praktijk in Rotterdam. Na een studie Geneeskunde en specialisatie als psychiater, zet ze in 1973 haar eerste stappen in de geestelijke gezondheidszorg. In de jaren die volgen ligt haar focus vooral op vrouwenhulpverlening en patiënten met een geschiedenis van seksueel misbruik. Nicolai wordt daarnaast coach, supervisor en leertherapeut. Ook werkt ze jarenlang als redacteur voor meerdere wetenschappelijke tijdschriften, waaronder PsyXpert, en schrijft ze meerdere boeken over vrouwenhulpverlening, seksueel misbruik en het lichaam in de psychotherapie. Op 12 mei nam Nicolai afscheid op het NVvP-congres met thema Psychiater, Psychotherapie en het lichaam. Anne-Marie Claassen is hoofdredacteur bij PsyXpert en werkt als psychotherapeut en programmamanager. Zij interviewde Nicolai voor PsyXpert 2023-2. Nelleke Nicolai is reeds vijftig jaar werkzaam in de GGZ. Claassen blikt met haar terug op haar beginjaren. Nicolai: “In januari 1973 ben ik begonnen bij de Sociale Psychiatrie en Geestelijke Hygiëne (SP&GH). Dit was op De Baan, een bekende plek in Rotterdam, namelijk de GGD. Het was oorspronkelijk opgezet om mensen die eerder opgenomen waren te rehabiliteren. En het werd gebruikt om opnames te voorkomen. De GGD had toen namelijk nog de verantwoordelijkheid om de geestelijke hygiëne van de bevolking te bevorderen. In die tijd ontstond er een verbreding van het aanbod: er werd gedragstherapie gegeven en voor het eerst waren er groepstherapeuten actief. Ik was werkzaam als assistent psychiatrie en ging samen met een SPV bij mensen op thuis bezoek om te kijken hoe het ging en of opname nodig was.” Vrouwenhulpverlening In de jaren zeventig ontwikkelt Nicolai zich verder. Ze gaat lesgeven en zet zich in voor vrouwenhulpverlening. Nicolai: “Vanaf het begin van de jaren ’70 was ik betrokken bij de groep Tante Sjaan. Die was ontstaan vanuit Studium Generale van de Universiteit Rotterdam. Tante Sjaan maakte programma’s voor vrouwen over onder meer seksualiteit en het lichaam. Daarmee gingen we de boer op om vrouwen voor te lichten. Vanuit Tante Sjaan hebben we toen andere initiatieven opgericht: het Vrouwenhuis, Vrouwen tegen Verkrachting en de Vrouwentelefoon. Dat deed ik naast mijn werk. Tot mijn baas bij IMP voorstelde om ook een vrouwengroep bij het instituut op te richten. Samen met een collega startte ik toen zo’n groep. Seksueel misbruik “Maar mensen waren er kritisch over, want met enkel vrouwen kon je geen goede groepstherapie doen, dacht men. In die groep kwam seksueel misbruik ter sprake. Uiteindelijk bleken acht van de acht vrouwen misbruik te hebben meegemaakt. Ik ben me hierin gaan bijscholen, met name bij Amerikaanse vrouwen die hier in Amsterdam les over gaven. Daarna zijn we in Rotterdam groepen gestart voor vrouwen met een voorgeschiedenis van seksueel misbruik. De Riagg was niet heel geïnteresseerd om dit te integreren. Later werd de Projectgroep Vrouwenhulpverlening gestart binnen het Directoraat-generaal Emancipatiezaken. Die projectgroep had de opdracht de wijze van werken die in de vrouwenhulpverlening was ontwikkeld te integreren in de ggz. Toen ik hiervan voorzitter werd, ben ik heel Nederland door te gaan om te vertellen over dit onderwerp en om te kijken of het ergens binnen de psychiatrie zou lukken. Ik ben daardoor ook heel goed geworden in omgaan met verzet (lacht).” Ongemak Er was ongemak over het onderwerp, legt Nicolai uit. Ook ontstonden er volgens haar discussies. “De ene ging over de vraag of je seksueel misbruik niet beter kon toedekken in plaats van mensen aan te moedigen hierover te spreken. De andere ging over de vraag waarom vrouwen een aparte groep moesten hebben, net nu de vrouwenafdelingen binnen de psychiatrie net waren opgeheven. Toch werden er uiteindelijk op verschillende plekken groepen voor vrouwen opgezet, maar dan onder het thema trauma. Dat was minder feministisch en daardoor meer geac