Een verschil gemaakt in de GGZ
[nieuwe rubriek: "Off The Record", ongebruikelijke interventies in de GGZ] Samenvatting - Een ervaringsverhaal van twee kanten PsyXpert, nascholingstijdschrift over psychotherapie, publiceert geregeld verhalen in het kader van antistigmatisering. In deze editie een ervaringsverhaal vanuit twee kanten bezien: hoe Fleur in haar werk in de GGZ het verschil maakte voor Arianne. Fleur: “Het was juni 2006. Ik werkte al 2 jaar op de Gesloten Afdeling (Acute Psychiatrie) van een kinder- en jeugdpsychiatrische instelling in Oegstgeest. Arianne was onze nieuwe opname. Een meisje van 15 dat al zoveel naars in haar leven had meegemaakt dat zij zwaar getraumatiseerd bij ons binnenkwam. Arianne durfde haar kamer nauwelijks uit te komen, contact maken was moeilijk. Arianne kreeg nooit bezoek, alleen van haar voogd; hėėl soms. Door alle angsten en tranen heen zag ik een vechter. En een meisje met humor. We hadden een klik en er ontstond een vertrouwensband.” Arianne wordt echter overgeplaatst naar een andere afdeling. Daar blijft Fleur haar bezoeken. Ook wanneer ze naar een Justitiële Jeugdinrichting gaat, blijft Fleur haar, met toestemming van haar baas, zien. “Collega’s vonden het lastig. Emotioneel betrokken raken is niet professioneel. Toch?” Fleur legt zich niet neer bij de situatie van Arianne en wil haar als pleegkind opnemen in haar gezin. “Onze advocaat gaf ons niet veel kans. Ik weet nog dat ik met mijn zwangere buik (6 maanden zwanger van 2e kind) een pleidooi hield. Na beraad kwam de rechter terug en sprak de voor ons inmiddels legendarische woorden: “Arianne mag per direct met mevrouw van Kesteren mee”.” Arianne blijft 2 jaar bij het gezin van Fleur wonen en groeit uit tot een stoere, leuke vrouw. Na Arianne neemt Fleur nog twee pleegdochters in huis die ze op haar afdeling leert kennen. Arianne: “Ik weet het nog als de dag van gisteren. Totaal in mezelf gekeerd en erg bang voor mensen kwam ik op de gesloten afdeling terecht. Omdat ik sociaal zo angstig als de pest was, was het lastig om direct contact met me te maken en een normaal gesprek met mij te voeren. Vaak als een hulpverlener op mijn kamer kwam bleef ik in bed liggen en gaf korte gesloten antwoorden. “Ik wil alleen zijn”. Fleur had een andere aanpak. Met haar humor wist ze het ijs te breken en deed ze m’n figuurlijke deur een stukje open. Hoe rot ik mij ook voelde.” “In het busje op weg naar de jeugdgevangenis keek ik naar het verfrommeld briefje waar haar telefoonnummer op stond. Een aantal weken later, zittend in een cel (waarvan de mensen eerst dachten dat het niet mijn kamer uitkomen een protest was, maar ik durfde gewoon niet!) heb ik al mijn moed bijelkaar verzameld en Fleurs telefoonnummer ingetoetst. Niet veel later is ze op bezoek gekomen en maakte ik kennis met haar man en zoontje.” Hoe het verder is verlopen is een lang verhaal, zegt Arianne. “Maar Fleur was daar op het moment dat ik het allerbangst was. Dat zij hiermee in haar werk ‘een grens over ging’ daar ben ik me nooit zo bewust van geweest. Pas later realiseerde ik me hoe anders dat eigenlijk was. We denken samen nog vaak terug aan die tijd en zijn tot op de dag van vandaag blij dat het lot ons bij elkaar heeft gebracht.” Dit artikel is een sterk verkorte weergave van een artikel verschenen in PsyXpert, editie 2021-4. Meer van dit soort artikelen lezen? Kijk op www.psyxpert.nl/abonneren.