Frontotemporale dementie en de neuropsychiatrische differentiële diagnose
In deze nascholing staat het onderscheid tussen primair psychiatrische stoornissen en de gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD) centraal, en komt de bredere differentiële diagnose bij gedragsveranderingen op middelbare of oudere leeftijd aan bod. Doordat symptomen kunnen overlappen, is het niet altijd eenvoudig om onderscheid te maken tussen gvFTD en verschillende psychiatrische aandoeningen. Het stellen van een juiste FTD-diagnose duurt gemiddeld meer dan zes jaar en ongeveer 50% van de FTD-patiënten krijgt aanvankelijk een psychiatrische diagnose.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de klinisch diagnostische criteria en de aanvullende kenmerken voor de gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD)
- weet u welke gedragsstoornissen bij de meest voorkomende vormen van dementie het vaakst optreden
- kunt u op klinische gronden een eerste differentiatie maken tussen gvFTD en primair psychiatrische stoornissen
- kent u bij de diagnostiek naar frontotemporale dementie de toegevoegde waarde en tekortkomingen van aanvullend beeldvormend onderzoek (MRI en PET), bloed- en liquoronderzoek, klinisch genetisch onderzoek, screeningsinstrumenten en neuropsychologisch onder
In deze collectie
Frontotemporale dementie en de neuropsychiatrische differentiële diagnose
In deze nascholing staat het onderscheid tussen primair psychiatrische stoornissen en de gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD) centraal, en komt de bredere differentiële diagnose bij gedragsveranderingen op middelbare of oudere leeftijd