Bekkenbodemdisfuncties bij ouderen
Bekkenbodemdisfuncties zijn voor zorgverleners vaak onbekend terrein, terwijl ze een duidelijke relatie hebben met valrisico en fysieke en cognitieve achteruitgang. Ouderen met urine- en/of anale incontinentie hebben de neiging om minder te bewegen, waardoor het risico ontstaat in een negatieve spiraal terecht te komen die leidt tot passiviteit en sedentair gedrag. Incontinentie kan ook een voorspeller zijn van fysieke en cognitieve achteruitgang, maar wordt nog niet als zodanig erkend. Daarnaast is incontinentie een sterk negatieve prognostische factor voor het herstel- en revalidatieproces. Uit schaamte wordt incontinentie door ouderen vaak niet gemeld, en tegelijkertijd wordt er door zorgverleners, mogelijk ook uit schaamte, niet naar gevraagd. Voor specialisten ouderengeneeskunde is niet altijd helder in welke gevallen naar een bekkenfysiotherapeut verwezen kan worden, wat de effecten van bekkenfysiotherapie kunnen zijn en wat de eigen rol kan zijn.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u de meest voorkomende bekkenbodemdisfuncties bij ouderen beschrijven en verklaren
- kunt u de gevolgen van bekkenbodemdisfuncties op het algemeen, cognitief en fysiek functioneren van ouderen beschrijven en verklaren
- kent u de indicaties waarbij u kunt doorwijzen naar de bekkenfysiotherapeut en/of de geriatriefysiotherapeut
- bent u zich bewust van de invloed van medicijnen op de mictie en defecatie
- weet u welke interventies kunnen worden ingezet ter behandeling van bekkenbodemdisfuncties bij ouderen