Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Goed samenwerken is essentieel voor het leveren van goede zorg en draagt bij aan het werkplezier. Intra-professioneel leren draagt bij aan betere samenwerking en begrip van elkaars context en rolverdeling. Intra-professioneel leren gaat niet vanzelf en verdient dus expliciete aandacht binnen opleidingen. Om intra-professioneel leren in de praktijk te verbeteren, is het belangrijk dat betrokkenen leerkansen herkennen (zien) en gemotiveerd zijn om van, met en over elkaar te leren (willen). Daarnaast is het belangrijk dat aiossen voldoende capaciteit en mogelijkheden ervaren om intra-professioneel te leren (kunnen en mogen) en zich veilig voelen om dat te doen (durven). Dit stimuleert leermechanismen die bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in elkaars professionele identiteit, het stimuleren van wederzijds begrip en het verbeteren van samenwerkingsvaardigheden. Het is essentieel dat intra-professioneel leren geïntegreerd is in de dagelijkse zorgpraktijk en het opleidingscurriculum, zodat het ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast (doen). Hiervoor is het prioriteren van intra-professioneel opleiden door zowel aiossen, supervisoren, als de organisatie en opleiding van groot belang.
Nucleair radiologen Sophie Veldhuijzen van Zanten en Andor van den Hoven zijn niet alleen enthousiast pleitbezorgers van de integratie van twee vakgebieden. Over hun gezamenlijke project, de nieuwe radioactieve tracer FAPI, praten ze minstens net zo gepassioneerd. 'Bijvoorbeeld voor mensen met de diagnose primaire tumor onbekend verwacht ik dat we echt een verschil kunnen maken.'
Cardiale betrokkenheid is een frequent voorkomende complicatie van erfelijke of verworven neuromusculaire aandoeningen
Radiologie en nucleair geneeskundige ondersteuning is onmisbaar voor het detecteren van unilaterale condylaire hyperplasie, voor het analyseren van de locatie van de mandibulaire asymmetrie en voor adequate en voorspelbare behandelplanning. SPECT(-CT) is tot op heden de gouden standaard voor het bepalen van progressie en een van de parameters voor het besluit tot chirurgisch ingrijpen.
Geneesmiddelenallergieën zijn potentieel gevaarlijk en worden daarom zorgvuldig geregistreerd in patiëntendossiers. Lang niet alle geneesmiddelenreacties zijn echter een allergie. Een reactie wordt alleen een allergie genoemd als er een onderliggend immunologisch mechanisme is aangetoond. Psychofarmaca kunnen verschillende bijwerkingen geven die tot uiting komen in de huid, maar echt allergische reacties zijn uiterst zeldzaam. Een onterechte allergieregistratie kan resulteren in een onwenselijke vervanging van het eerste-keuzebeleid.
De klinische presentatie van systemische auto-immuunziekten kan zeer uiteenlopend zijn, waardoor het soms lastig is om een diagnose te stellen. De aanwezigheid van antinucleaire antistoffen (ANA) kan bijdragen aan het diagnosticeren van systemische auto-immuunziekten. Op zichzelf is het echter een aspecifieke bevinding met een brede differentiaaldiagnose. Ook bij gezonde kinderen wordt regelmatig een positieve ANA gevonden, terwijl het merendeel geen auto-immuunziekte heeft of ontwikkelt. Daarom is het van groot belang dat een ANA0test alleen wordt aangevraagd bij een klinische verdenking op een systemische auto-immuunziekte. Een positieve ANA kan verder worden gespecificeerd door de aanwezigheid van antistoffen tegen anti-dsDNA en anti-extraheerbare nucleaire antigenen (ENA) te bepalen. Een combinatie van een positieve ANA plus anti-dsDNA- en/of anti-ENA-antistoffen is specifieker voor een systemische auto-immuunziekte dan een op zichzelf staande positieve ANA zonder uitsplitsing. In dergelijke gevallen moet altijd worden overlegd met een kinderreumatoloog. Bij de diagnose jeugdreuma is een positieve ANA voldoende om als risicofactor te gelden voor het ontwikkelen van uveïtis.