FocusVasculair

Praktijkgerichte nascholing over interdisciplinaire vasculaire geneeskunde

Een combinatie van vaktijdschrift, toegang tot online kenniscentrum en e-learning, geaccrediteerd door de NIV en VSR.

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van FocusVasculair?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van FocusVasculair

Gesorteerd op nieuw - oud
Small interfering RNA Lees meer over Small interfering RNA Small interfering RNA
Ondanks indrukwekkende ontwikkelingen in het arsenaal van lipidenverlagende therapieën, behaalt een aanzienlijk deel van de patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten hun aanbevolen streefwaarde van LDLcholesterol niet. In de afgelopen jaren zijn er daarom inspanningen gedaan om het spectrum van lipidenverlagende therapieën nog verder uit te breiden. De ontdekking van RNA-interferentie heeft geleid tot enorme investeringen in de therapeutische toepassing van gene silencing in mensen. RNA-interferentie is het proces waarbij genactiviteit door dubbelstrengs RNA (siRNA; small interfering RNA) wordt geremd, waarmee wordt voorkomen dat een eiwit wordt geproduceerd. Momenteel laten voortdurende studies naar siRNA’s bij verschillende dyslipidemieën veelbelovende data zien. Zo kunnen siRNA’s hun therapeutische effect al bereiken bij een toedieningsfrequentie van twee tot vier keer per jaar, in tegenstelling tot ‘small molecule’ middelen, zoals statines, en monoklonale antilichamen, die veel vaker gedoseerd moeten worden. SiRNA’s kunnen in principe gebruikt worden om elk gen te onderdrukken en daarmee dus om tal van ziekten te behandelen. In het geval van dyslipidemie worden er momenteel siRNA’s ontwikkeld tegen PCSK9, LPA, APOC3 en ANPTL3. Een volgende stap in de ontwikkeling van lipidengerichte siRNA’s is het bedenken van intelligente implementatiestrategieën in de praktijk en de selectie van patiënten die in aanmerking komen voor het gebruik van deze middelen.
Paraneoplastisch antifosfolipidesyndroom Lees meer over Paraneoplastisch antifosfolipidesyndroom Paraneoplastisch antifosfolipidesyndroom
Het antifosfolipidesyndroom (APS) is een zeldzame stollingsstoornis, waarbij sprake is van een veneuze en/of arteriële trombo
Diagnostiek en behandeling van trombotische microangiopathie Lees meer over Diagnostiek en behandeling van trombotische microangiopathie Diagnostiek en behandeling van trombotische microangiopathie
Trombotische microangiopathie (TMA) is een zeldzaam en potentieel levensbedreigend syndroom. TMA kan door diverse oorzaken ontstaan. Het afgelopen decennium zijn nieuwe geneesmiddelen geregistreerd voor de behandeling van specifieke vormen van TMA, waardoor kennis van etiologie en pathofysiologie onontbeerlijk is geworden. Deze kennis dient de benadering van patiënten met TMA te structureren. Het is belangrijk trombotische trombocytopene purpura, complement gemedieerde TMA en (secundaire) TMA vanwege de verschillende oorzaken van elkaar te onderscheiden. Plasmatherapie, steroïden en add-on geneesmiddelen als caplacizumab en rituximab zijn levensreddend gebleken bij trombotische trombocytopene purpura, terwijl eculizumab (alsook ravulizumab) de prognose van complement gemedieerde TMA drastisch verbetert. De meeste secundaire vormen van TMA responderen wanneer de onderliggende oorzaak wordt behandeld. Dit artikel biedt een pragmatische aanpak om TMA tijdig te herkennen, de onderliggende oorzaak vast te stellen en gerichte behandeling vroegtijdig te starten. Deze aanpak kan levensreddend zijn en irreversibele orgaanschade voorkomen.
Diabetes mellitus geïnduceerd door alpelisib Lees meer over Diabetes mellitus geïnduceerd door alpelisib Diabetes mellitus geïnduceerd door alpelisib
Alpelisib is een nieuwe behandeling voor borstkankerpatiënten met gevorderde en gemetastaseerde hormoonreceptor-positieve (ER+)- en humane epidermale groeifactorreceptor-negatieve (HER-)ziekte met een PIK3CA-mutatie. Het is een specifieke remmer van het fosfatidylinositol-3-kinase α (PI3Kα), dat een belangrijke rol speelt bij zowel celgroei en -proliferatie als bij het metabolisme van glucose en lipiden. De belangrijkste bijwerking van alpelisib is hyperglykemie door het induceren van insulineresistentie. Alpelisib-geïnduceerde hyperglykemie lijkt dan ook het meest op diabetes mellitus type 2, maar ook een levensbedreigende diabetische ketoacidose kan voorkomen. Behandeling met antidiabetica, die de insulinegevoeligheid verhogen, zoals metformine, heeft de voorkeur. Heeft dit echter onvoldoende effect dan is behandeling met insuline aangewezen. Hierbij is het van belang te realiseren dat de diabetes vrijwel direct in remissie gaat als de behandeling met alpelisib wordt gestaakt. De antidiabetica moeten op dat moment ook direct gestaakt worden om hypoglykemie te voorkomen.
Cardiotoxiciteit van conventionele en moderne oncologische behandelingen Lees meer over Cardiotoxiciteit van conventionele en moderne oncologische behandelingen Cardiotoxiciteit van conventionele en moderne oncologische behandelingen
Cardio-oncologie is het aandachtsgebied binnen de cardiologie dat zich bezighoudt met het voorkómen, detecteren en behandelen van hart- en vaatziekten die ontstaan door de behandeling van kanker – cardiotoxiciteit. Reeds tientallen jaren is bekend dat anthracycline-bevattende chemotherapie en thoracale bestraling levenslang een verhoogd risico geven op – onder andere – cardiovasculaire problematiek. Het landschap van de medische oncologie is de afgelopen twintig jaar echter sterk veranderd. Nieuwe behandelopties voor kanker, zoals immunotherapie en targeted therapy, brengen een grote verscheidenheid aan nieuwe vormen van cardiotoxiciteit mee. Door het toenemend aantal kankerpatiënten en de verbeterende langetermijnoverleving krijgen zorgverleners – van de eerste en latere lijnen – steeds vaker met deze middelen en complicaties te maken. Daarom concentreert dit nascholingsartikel zich niet alleen op de usual suspects, maar ook op de nieuwe behandelingsmodaliteiten, die een belangrijk deel uitmaken van de hedendaagse behandelprotocollen.